Articles

Voorzitter Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel, 04/04/2019, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 819-825

·

De wezenlijke kenmerken van een parodie bestaan erin dat (i) een bestaand werk wordt nagebootst doch met duidelijke verschillen met het bestaande werk en (ii) aan humor wordt gedaan of de spot wordt gedreven. Zelfs indien aan deze voorwaarden is voldaan, moet de rechtbank oordelen of de toepassing in een concreet geval van de parodie-uitzondering …

Lire l’article

Grondwettelijk Hof 19 september 2019, nr. 120/2019, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 826-827

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat - Jonas Vansevenant

Het Hof vernietigt artikel 40, eerste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, zoals vervangen bij artikel 5 van de wet van 25 mei 2018 tot vermindering en herverdeling van de werklast binnen de rechterlijke orde. Artikel 40 van de wet van 15 juni 1935 bepaalt de sanctie die is verbonden aan de niet-naleving van …

Lire l’article

Verslag van de klachtenbehandeling door de Hoge Raad voor de Justitie in 2018 (HRJ, 2 juli 2019), R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 827

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat - Jonas Vansevenant

Klachten - GERECHTELIJK RECHT

Lire l’article

Actualiteit : Hof van Cassatie, 07/06/2009, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 827

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat - Jonas Vansevenant

De bodemrechter dient te oordelen of het hem voorgelegde geschrift het beweerde feit al dan niet waarschijnlijk maakt en derhalve een begin van bewijs door geschrift kan uitmaken voor dat feit. De controle door het Hof van Cassatie is daarbij beperkt tot de vraag of de rechter het begrip "waarschijnlijkheid" niet heeft miskend …

Lire l’article

Actualiteit : Hof van Cassatie, 28/06/2019, C.18.0331.N, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 828

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat - Jonas Vansevenant

Een akte van de rechtspleging wordt geacht in de taal van de rechtspleging te zijn gesteld, in het geval een aanhaling in een andere taal van de rechtspleging is opgenomen, wanneer in de akte tevens de vertaling of de zakelijke inhoud ervan in de taal van de rechtspleging is weergegeven …

Lire l’article

Actualiteit : Hof van Cassatie, 07/06/2019, C.18.0473.N, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 828

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat - Jonas Vansevenant

Het hof van beroep kon niet tot de afwezigheid van een causaal verband tussen de gebreken van de zaak en de schade besluiten zonder vast te stellen dat de schade zoals die zich in concreto heeft voorgedaan, zich op dezelfde wijze zou hebben voorgedaan indien de verkoper geen gebrekkige zaak aan de koper zou hebben geleverd …

Lire l’article

Actualiteit : Hof van Cassatie, 07/06/2019, C.18.0509.N, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 828-829

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat - Jonas Vansevenant

Wanneer de verkochte zaak door een verborgen gebrek is aangetast, kan de koper alleen de rechtsvordering tot vrijwaring voor verborgen gebreken instellen en niet de rechtsvordering wegens niet-nakoming van de verbintenis om de zaak te leveren conform de verkochte zaak.

Lire l’article

Actualiteit : Hof van Cassatie, 07/06/2019, C.18.0523.N, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 829

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat - Jonas Vansevenant

De bewijslast om aan te tonen dat de voorwaarden voor het instellen van de vordering op grond van verrijking zonder oorzaak vervuld zijn, rust op diegene die ze instelt. Het algemene rechtsbeginsel dat procespartijen gehouden zijn om loyaal mee te werken aan de bewijsvoering heeft echter, in zo'n geval, tot gevolg dat wanneer de eiser voldoende …

Lire l’article

Actualiteit : Ondernemingsrechtbank Gent (afd. Brugge), 21/12/2018, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 829-830

· Inge Van de Plas

Een uitvoerend beslag onder derden leidt tot een afgifte van het bedrag door de derde beslagen aan de beslaglegger, maar niet tot een gedwongen verkoop. Omdat het in casu niet gaat om een uitvoerend beslag met een gedwongen verkoop, is artikel XX.44, § 2 WER niet van toepassing.

Lire l’article

Actualiteit : Hof van Justitie, 18/09/2019, C-47/18, R.D.C.-T.B.H., 2019/6, p. 830-831

· Inge Van de Plas

1) Artikel 1, lid 2, onder b), van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een rechtsvordering tot vaststelling van het bestaan van …

Lire l’article