Having as author: Gerrit Hendrickx

uw zoekopdracht wijzigen

Bank en financieel recht

Europese Bankautoriteit adviseert Europese Commissie inzake regulering van “crypto-asset”

· Gerrit Hendrickx

Volgend op een verzoek van de Europese Commissie om en de, in het FinTech Actieplan en FinTech Stappenplan geïdentificeerde, noodzaak aan verder onderzoek inzake crypto-assets, heeft de Europese Bankautoriteit (hierna “EBA”) op grond van artikel 9, (4) van Verordening (EU) nr. 1093/2010[1] op 9 januari 2019 een rapport gepubliceerd, waarin ze de bevindingen van haar onderzoek naar crypto-assets in 2018 uiteenzet, advies geeft aan de Europese Commissie en aangeeft welke verdere stappen ze zelf zal ondernemen in 2019. Het rapport betreft uitsluitend activiteiten met betrekking tot crypto-assets. Volgens de EBA zelf zijn dit een type particuliere investering die in hoofdzaak stoelt op cryptografie en “gedeeldgrootboektechnologie” als onderdeel van hun gepercipieerde of inherente waarde die o.a. betalingstokens, investeringstokens en gebruikstokens omvatten. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie verduidelijkt de vereisten inzake duidelijkheid en begrijpelijkheid voor bedingen in leningsovereenkomsten die het wisselkoersrisico bij de consument leggen

· Gerrit Hendrickx

In twee beschikkingen d.d. 22 februari 2018, die werden gewezen in zaken C-119/17 en C-126/17, heeft het Hof van Justitie (hierna “het Hof”) bevestigd dat een beding op grond waarvan het krediet in dezelfde valuta moet worden terugbetaald het “eigenlijke voorwerp van de overeenkomst” betreft in de zin van artikel 4.2 van Richtlijn 93/13/EEG[1] (hierna “Richtlijn Oneerlijke Bedingen”). Tevens heeft het Hof verduidelijkt onder welke voorwaarden een beding waarmee het wisselkoersrisico volledig bij de kredietnemer wordt gelegd voldoet aan de vereisten inzake duidelijkheid en begrijpelijkheid. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Richtlijn (EU) 2018/843 van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU

· Gerrit Hendrickx

In het kader van de strijd tegen terrorismefinanciering en het gebruik van offshore-entiteiten wordt met Richtlijn (EU) 2018/843 (hierna “vijfde Anti-witwasrichtlijn”) het bestaande regelgevend kader inzake de preventie van witwassen en terrorismefinanciering verder aangevuld. In de nasleep van de recente terroristische aanslagen, het gebruik van offshore-entiteiten (cfr. Panamapapers) en gelet op de nieuwe evoluties in de financieel-technologische sector wil de Europese Commissie namelijk de transparantie van financiële transacties, vennootschappen, juridische constructies, enz. verbeteren. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Moeilijk haalbare voorwaarde van verkrijging hypothecaire lening bij koop is geen onmogelijke voorwaarde volgens Cassatie

· Gerrit Hendrickx

Ingevolge een cassatieberoep ingesteld tegen een arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 20 maart 2017, moest het Hof van Cassatie zich buigen over de vraag of het hof van beroep het verbintenisrechtelijke begrip “onmogelijke voorwaarde” in de zin van artikel 1172 BW niet heeft miskend. Met betrekking tot een koopovereenkomst betreffende een onroerend goed die werd gesloten onder de opschortende voorwaarde dat aan de verweerders als kopers een hypothecaire lening werd toegestaan had het hof van beroep te Antwerpen namelijk geoordeeld dat het beding, op grond waarvan de opschortende voorwaarde werd geacht vervuld te zijn indien de kopers uiterlijk drie weken na de dagtekening van de overeenkomst aan de makelaar de bewijzen van de weigering van de lening door drie banken niet hadden overgemaakt per aangetekend schrijven, de opschortende voorwaarde onmogelijk maakte en aldus nietig is. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

De Belgische prospectusregelgeving aangepast in overeenstemming met de Nieuwe Prospectusverordening

· Gerrit Hendrickx

Met de Verordening (EU) 2017/1129[1] (hierna “Nieuwe Prospectusverordening”), die op 20 juli 2017 in werking trad en waarvan het merendeel van de bepalingen toepassing zullen vinden met ingang van 21 juli 2019, wordt de Richtlijn 2003/71/EG[2] (hierna “Prospectusrichtlijn”) ingetrokken met ingang van 21 juli 2019 en wordt de Europese regelgeving inzake het prospectus aangepast.   Volgend op de inwerkingtreding en toepassing van de Nieuwe Prospectusverordening moet het Belgisch recht en, meer bepaald, de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt[3] (hierna “Prospectuswet”), waarin de Prospectusrichtlijn werd omgezet, in overeenstemming worden gebracht met de vernieuwde Europese regelgeving. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

ESMA geeft negatief advies inzake een geaccepteerde marktpraktijk betreffende liquiditeitscontracten

· Gerrit Hendrickx

In een advies van 11 april 2018 heeft de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) geoordeeld dat een door de Franse bevoegde autoriteit (AMF), bij toepassing van artikel 13 van Verordening (EU) nr. 596/2014[1] (hierna “Verordening Marktmisbruik”), geaccepteerde marktpraktijk niet in overeenstemming is met de vereisten die in de Verordening Marktmisbruik worden vastgesteld. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

ECB delegeert aan hoofden van arbeidseenheden de bevoegdheid voorafgaandelijke toestemmingen te verlenen inzake kapitaalvereisten

· Gerrit Hendrickx

Op grond van artikel 4.1, d) van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013, waarbij aan de Europese Centrale Bank (“ECB”) specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen[1], is de ECB o.a. bevoegd om voor belangrijke onder toezicht staande entiteiten te beoordelen of de uitgiften van tier 1-kernkapitaalinstrumenten voldoen aan de in Verordening (EU) nr. 575/2013[2] uiteengezette criteria en voorafgaandelijke toestemming te verlenen voor de kwalificatie van kapitaalinstrumenten als tier 1-kernkapitaalinstrumenten, contracten betreffende aanvullend-tier 1- en tier 2-kapitaalinstrumenten en verminderingen, aflossingen en terugkopen van tier 1-kernkapitaalinstrumenten. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie 7 december 2017, C-598/15

· Gerrit Hendrickx

In het kader van een geding tussen Banco Santander SA en Cristobalina Sanchez López over de procedure van erkenning van de zakelijke rechten voortvloeiend uit de verkrijging van de woning van laatstgenoemde door Banco Santander, werd door de rechter in eerste aanleg te Jerez de la Frontera, Spanje een verzoek om een prejudiciële beslissing, bestaande uit vijf prejudiciële vragen betreffende de uitlegging van de artikelen 3, 6 en 7 van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten[1] (hierna “Richtlijn Oneerlijke Bedingen”), aan het Europees Hof van Justitie gericht. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Goedkeuring wijzingen reglement van de FSMA en reglement NBB met betrekking tot de compliancefunctie

· Gerrit Hendrickx

Met het koninklijk besluit van 15 april 2018 tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018 tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers (BS 24 april 2018) werden de wijzigingen goedgekeurd die worden aangebracht in het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (“FSMA”) van 27 oktober 2011 betreffende de erkenning van complianceofficers. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

De Koning preciseert de taken van het auditcomité van beheervennootschappen

· Gerrit Hendrickx

Sinds de omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2006/43/EG[1] werden de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en de beheervennootschappen van openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging, door artikel 201, § 8, eerste lid van de wet van 3 augustus 2002[2] respectievelijk artikel 319, § 5, eerste lid van de wet van 19 april 2014[3], onderworpen aan de verplichting om een auditcomité op te richten binnen hun wettelijke bestuursorgaan. In het tweede lid van bovenvermelde bepalingen werd de Koning de bevoegdheid verleend om desbetreffend nadere regels en verplichting vast te stellen. In uitoefening van deze bevoegdheidsdelegatie, zijn de nadere regels en verplichtingen inzake het auditcomité op heden vastgesteld in het koninklijk besluit van 12 november 2012[4] respectievelijk het koninklijk besluit van 25 februari 2017[5]. ...

Lees de bijdrage