10 jaar : persoonlijke vorderingen
Aanvang
Opeisbaarheid
Verjaring
11 januari 2022
·
. Library
In een Cassatiearrest van 9 december 2021 (C.21.0075.N) oordeelde het Hof van Cassatie over het ogenblik waarop de verjaring van een verbintenis zonder tijdsbepaling begint te lopen.
Het onderliggende bodemgeschil was er één tussen ouders en hun zoon. De ouders hadden op 1 maart 2004 schriftelijk verklaard een bedrag van €450.000 verschuldigd te zijn aan hun zoon. Er was echter geen betalingstermijn voorzien. Op 30 augustus 2013 richtte de zoon via diens raadsman een ingebrekestelling aan zijn ouders. Daar werd geen gevolg aan gegeven, en op 20 juli 2018 ging de zoon over tot dagvaarding.
De ouders beargumenteerden dat de vordering verjaard zou zijn gelet op de gemeenrechtelijke tienjarige verjaringstermijn van artikel 2262bis, §1 oud BW. Er was namelijk meer dan 10 jaar verstreken tussen de schriftelijke schulderkentenis en de dagvaarding. De appelrechters haalden artikel 2257 oud BW aan, waaruit ze afleidden dat de verjaring pas begint te lopen vanaf het moment dat de vordering opeisbaar is. ...
Lees de bijdrage