BANK - EN KREDIETWEZEN

Bank en financieel recht

Hof van Justitie verduidelijkt de vereisten inzake duidelijkheid en begrijpelijkheid voor bedingen in leningsovereenkomsten die het wisselkoersrisico bij de consument leggen

· Gerrit Hendrickx

In twee beschikkingen d.d. 22 februari 2018, die werden gewezen in zaken C-119/17 en C-126/17, heeft het Hof van Justitie (hierna “het Hof”) bevestigd dat een beding op grond waarvan het krediet in dezelfde valuta moet worden terugbetaald het “eigenlijke voorwerp van de overeenkomst” betreft in de zin van artikel 4.2 van Richtlijn 93/13/EEG[1] (hierna “Richtlijn Oneerlijke Bedingen”). Tevens heeft het Hof verduidelijkt onder welke voorwaarden een beding waarmee het wisselkoersrisico volledig bij de kredietnemer wordt gelegd voldoet aan de vereisten inzake duidelijkheid en begrijpelijkheid. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie 4 oktober 2018, Zaak: C-191/17, Bundeskammer für Arbeiter und Angestellte (Austria)/ING-DiBa Direktbank Austria Niederlassung der ING-DiBa AG

· Arnaud Derochette

In een arrest van 4 oktober 2018 deed het Europees Hof van Justitie (hierna “het Hof”), in een verzoek tot prejudiciële beslissing, uitspraak over de draagwijdte van artikel 4, punt 14 van Richtlijn (EU) 2015/2366[1] (hierna “Betalingsdienstenrichtlijn”). De feiten van de zaak waren de volgende. De ING-DiBa Direktbank (hierna: “ING”) biedt online-spaarrekeningen aan waarbij de rekeninghouder direct en zonder medewerking van de betalingsdienstaanbieder geld kan storten of opnemen. Deze transacties moeten steeds worden uitgevoerd via zogenaamde tussenrekeningen geopend op naam van de klant. Overboekingen naar derden zijn echter uitgesloten voor deze rekeningen, men kan alleen geld overmaken naar de eigen tussenrekening. Het hoofdgeding had betrekking op de bedingen in de algemene voorwaarden die worden gebruikt in de overeenkomsten tot opening van een dergelijke spaarrekening. Volgens de federale kamer voor arbeiders en andere werknemers zijn sommige van deze bedingen onrechtmatig omdat zij in strijd zouden zijn met het ZaDiG, die de Richtlijn Betalingsdiensten omzet in het Oostenrijks recht. Alvorens de nationale rechter kan oordelen over de toepasselijkheid van het ZaDiG, rijst de vraag of deze online-spaarrekeningen als “betaalrekeningen” kunnen worden beschouwd in de zin van de Richtlijn betalingsdiensten. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Moeilijk haalbare voorwaarde van verkrijging hypothecaire lening bij koop is geen onmogelijke voorwaarde volgens Cassatie

· Gerrit Hendrickx

Ingevolge een cassatieberoep ingesteld tegen een arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 20 maart 2017, moest het Hof van Cassatie zich buigen over de vraag of het hof van beroep het verbintenisrechtelijke begrip “onmogelijke voorwaarde” in de zin van artikel 1172 BW niet heeft miskend. Met betrekking tot een koopovereenkomst betreffende een onroerend goed die werd gesloten onder de opschortende voorwaarde dat aan de verweerders als kopers een hypothecaire lening werd toegestaan had het hof van beroep te Antwerpen namelijk geoordeeld dat het beding, op grond waarvan de opschortende voorwaarde werd geacht vervuld te zijn indien de kopers uiterlijk drie weken na de dagtekening van de overeenkomst aan de makelaar de bewijzen van de weigering van de lening door drie banken niet hadden overgemaakt per aangetekend schrijven, de opschortende voorwaarde onmogelijk maakte en aldus nietig is. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

ECB delegeert aan hoofden van arbeidseenheden de bevoegdheid voorafgaandelijke toestemmingen te verlenen inzake kapitaalvereisten

· Gerrit Hendrickx

Op grond van artikel 4.1, d) van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013, waarbij aan de Europese Centrale Bank (“ECB”) specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen[1], is de ECB o.a. bevoegd om voor belangrijke onder toezicht staande entiteiten te beoordelen of de uitgiften van tier 1-kernkapitaalinstrumenten voldoen aan de in Verordening (EU) nr. 575/2013[2] uiteengezette criteria en voorafgaandelijke toestemming te verlenen voor de kwalificatie van kapitaalinstrumenten als tier 1-kernkapitaalinstrumenten, contracten betreffende aanvullend-tier 1- en tier 2-kapitaalinstrumenten en verminderingen, aflossingen en terugkopen van tier 1-kernkapitaalinstrumenten. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie 7 december 2017, C-598/15

· Gerrit Hendrickx

In het kader van een geding tussen Banco Santander SA en Cristobalina Sanchez López over de procedure van erkenning van de zakelijke rechten voortvloeiend uit de verkrijging van de woning van laatstgenoemde door Banco Santander, werd door de rechter in eerste aanleg te Jerez de la Frontera, Spanje een verzoek om een prejudiciële beslissing, bestaande uit vijf prejudiciële vragen betreffende de uitlegging van de artikelen 3, 6 en 7 van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten[1] (hierna “Richtlijn Oneerlijke Bedingen”), aan het Europees Hof van Justitie gericht. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Goedkeuring wijzingen reglement van de FSMA en reglement NBB met betrekking tot de compliancefunctie

· Gerrit Hendrickx

Met het koninklijk besluit van 15 april 2018 tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018 tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers (BS 24 april 2018) werden de wijzigingen goedgekeurd die worden aangebracht in het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (“FSMA”) van 27 oktober 2011 betreffende de erkenning van complianceofficers. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie 20 september 2017, Ruxandra Paula Andriciuc e.a. t. Banca Românească SA, C 186/16

· Gerrit Hendrickx

Dit arrest betreft bedingen opgenomen in kredietovereenkomsten die de kredietnemers verplichten om de maandelijkse kredietbedragen in dezelfde vreemde valuta terug te betalen als diegene waarin de kredieten werden verleend (hier de Zwitserse frank i.p.v. de Roemeense leu). Volgens de verzoekers waren deze bedingen oneerlijk omdat zij het wisselkoersrisico volledig ten laste van de kredietnemers legden. Na verwerping van hun vordering in eerste aanleg, voerden de verzoekers in hoger beroep voor het “Curte de Apel Oradea” aan dat de bank haar informatie-, waarschuwings- en adviesplichten en haar plicht om contractuele bedingen duidelijk en begrijpelijk te formulerende niet is nagekomen en dat waardevermindering van de Roemeense leu een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van de partijen veroorzaakte. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

EBA Guidelines on the information to be provided for the authorisation of payment institutions and e-money institutions and for the registration of account information service providers under Article 5(5) of Directive (EU) 2015/2366, 11 juli 2017, inwerkingtreding op 13 januari 2018

· Gerrit Hendrickx

Deze richtsnoeren van de Europese Bankautoriteit (EBA) specificeren, ter aanvulling van artikel 5, (1) en in uitvoering van artikel 5, (5) van Richtlijn (EU) 2015/2366[1] (hierna “PSD 2”), de gegevens die in het kader van een vergunningsaanvraag voor betalingsinstellingen, een vergunningsaanvraag voor instellingen voor elektronisch geld of registratieaanvraag voor rekeninginformatiedienstaanbieders aan de bevoegde autoriteiten moeten worden verstrekt. ...

Lees de bijdrage