GERECHTELIJK RECHT- ALGEMENE BEGINSELEN

Algemeen handelsrecht

Arco-vonnis: Vorderingen van talrijke eisers zonder bewijs van wilsgebrek en schade per eiser zijn onontvankelijk wegens gebrek aan belang - Orb. Brussel 3 november 2021

· Olivier Vanden Berghe

De Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel heeft in een vonnis van 3 november 2021 uitspraak gedaan over de vordering van meer dan 2.000 Arco-coöperanten tegen de Arco-vennootschappen, Belfius Bank, de Belgische Staat en een voormalige bestuurder van Arco, ingevolge de ondergang van Arco en de door hen als aandeelhouders geleden schade. Eisers oordeelden dat de overeenkomsten middels welke zij als vennoot waren toegetreden tot de Arco-vennootschappen nietig waren, want tot stand gekomen door bedrog, minstens dwaling. Zij vorderden de verwerende partijen te veroordelen tot (onder meer) de terugbetaling van de geldelijke inbreng van elke eiser. In ondergeschikte orde vroegen de eisers "een  schadevergoeding gelijk aan het bedrag van de inbreng, inclusief de desgevallende gekapitaliseerde dividenden, het desgevallend bedrag op de wachterekening en het desgevallend aandeel in de bonusreserve (op basis van de aan te leveren informatie door de CVBA Arcopar)", en in tweede ondergeschikte orde 70% daarvan, op grond van het verlies van een kans. De rechtbank oordeelde dat elke eiser afzonderlijk de feiten moet aanvoeren die zijn vordering ondersteunen (de aanvoeringslast of "stelplicht") en het bewijs moet leveren van het bestaan van de elementen van de vordering die tegen de verschillende partijen wordt ingesteld. De rechtbank stelt vast dat er geen elementen geval per geval worden aangevoerd, laat staan bewezen, van de aangehaalde wislgebreken en dat de stukken die worden neergelegd hetzij niet toepasselijk zijn op alle gevallen, hetzij tendentieus zijn. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Het inroepen van een onontvankelijkheid pas na het verstrijken van de verjaringstermijn kan rechtsmisbruik uitmaken (Cass. 8 februari 2021)

· Olivier Vanden Berghe

Misbruik van recht bestaat in de uitoefening van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de uitoefening van dat recht door een bedachtzaam en voorzichtig persoon. In een arrest van 8 februari 2021 (S.20.0009.N) bevestigde het Hof van Cassatie een arrest van het arbeidshof te Gent dat oordeelde dat het procedureel gedrag van een verweerder rechtsmisbruik uitmaakte. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Absence d’intérêt légitime (art. 17 C. Jud.) – deux arrêts récents de la Cour de cassation

· Olivier Vanden Berghe

Deux arrêts récents de la Cour de cassation traitent de la  condition de l’intérêt légitime pour agir en justice (art. 17 C. Jud.). Dans les deux cas un immeuble (repectivement une véranda et un chalet) érigé en contravention avec la règlementation urbanistique avait été endommagé ou détruit. Dans les deux cas la demande d’indemnisation avait été rejetée pour absence d’intérêt légitime, mais les motifs laissent entrevoir une éventuelle divergence entre les deux arrêts. Selon l’arrêt du 30 novembre 2020 de la troisième chambre, francophone (C.20.0008.F), « l’intérêt n’est pas légitime lorsque l’action tend au maintien d’une situation contraire à l’ordre public ou à l’obtention d’un avantage illicite. Le fait que la victime d’un trouble anormal de voisinage demande, non la réparation en nature de l’atteinte causée au bien érigé en contravention avec la réglementation urbanistique, mais une compensation pécuniaire, ne rend pas son intérêt légitime. » ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Vers une banque de données publique des décisions judiciaires - proposition de loi du 5 février 2019

· Olivier Vanden Berghe

Une proposition de loi adoptée en Commission de la Justice le 5 février 2019 vise à limiter le prononcé public des  jugements et arrêts au seul dispositif, le texte intégral de la décision devant être publié dans une banque de données électronique accessible au public. Toutes les données qui permettent l'identification des parties et des autres personnes en cause seront omises. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

DPA-Deposit voortaan verplicht voor advocaten - KB en MB van 9 oktober 2018

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat

Op 16 oktober 2018 werd in het Belgisch Staatsblad het KB van 9 oktober 2018 tot wijziging van het KB van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32 van het Gerechtelijk wetboek gepubliceerd. Het KB treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, dus op 16 oktober 2018. Volgens het verslag aan de Koning bestaat er voor advocaten een noodzaak aan een systeem dat de identiteit en de kwaliteit van de verzender en de ontvanger van elektronische communicatie tussen de verschillende actoren van het juridisch bestel garandeert. Daartoe werd het wenselijk geacht een KB uit te vaardigen dat een informatie- en communicatiesysteem bepaalt, specifiek en exclusief voorbehouden aan advocaten. De FOD Justitie had reeds enige tijd e-Deposit ter beschikking gesteld van de burger én de advocaat, waarmee iedere burger én elke advocaat met zijn elektronische identiteitskaart (eID) via die webtoepassing conclusies en stukkenbundels elektronisch kan neerleggen bij verschillende hoven en rechtbanken. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

La demande formulée par celui qui n'est plus le titulaire de la créance est-elle irrecevable ou non fondée? - Mons 4 octobre 2018

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat

Dans un arrêt du 4 octobre 2018 (2017/RG/475), la 16ème Chambre de la Cour d'appel de Mons s'est penchée sur la demande en paiement d'une créance, dont le demandeur, qui l'avait cédée à un tiers, n'était plus le titulaire au moment de la citation. Selon le débiteur il y avait lieu de déclarer la demande irrecevable, le demandeur n'ayant ni intérêt ni qualité à agir conformément aux articles 17 et 18 du Code judiciaire. La Cour d'appel a toutefois considéré, en renvoyant à des arrêts de la Cour de cassation, que, dès lors que le demandeur prétendait être le titulaire du droit subjectif concerné, sa demande était recevable, et que la question de l'existence et de la portée du droit subjectif en cause ne relevait pas de la recevabilité, mais du fondement de la demande. La Cour a donc déclaré la demande recevable mais non fondée. ...

Lees de bijdrage