Insolventieprocedure - Verordening (EU) 2015/848 van 20 mei 2015

Insolventie

HvJ 18 september 2019, nr. C‑47/18: toepasselijk recht bij de vaststelling van schuldvordering

· Inge Vandeplas

In de eerste prejudiciële vraag moet het Hof beslissen of de vaststelling van het bestaan van een schuldvordering binnen een insolventieprocedure wordt beheerst door de Insolventieverordening (InsolVo) of door de Verordening betreffende rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Vo 1215/2012). Het Hof beroept zich voor deze beslissing op eerdere beslissingen waarbij als doorslaggevend criterium wordt gehanteerd, de mate waarin de verbintenis waarop de vordering gebaseerd is, voortvloeit uit specifiek afwijkende regels voor insolventieprocedures. In casu vloeit de vordering tot vaststelling rechtstreeks voort uit de insolventieprocedure en hangt zij daarmee nauw samen. Bijgevolg wordt deze vordering beheerst door de InsolVo. ...

Lees de bijdrage

Insolventie

HvJ 6 februari 2019, nr. C-535/17 – toepassingsgebied Brussel I (44/2001) en Insolventieverordening (1346/2000)

· Inge Vandeplas

De feiten van dit arrest zijn als volgt. In 2008 schreef een gerechtsdeurwaarder gelden over van een kwaliteitsrekening naar zijn zichtrekening bij Fortis bank. Vervolgens haalde de gerechtsdeurwaarder deze gelden ook van de rekening bij Fortis bank. Deze handelingen werden als verduistering gekwalificeerd. In 2010 wordt zowel de vennootschap van de gerechtsdeurwaarder, als de gerechtsdeurwaarder zelf failliet verklaard. In het kader van dit faillissement heeft de curator een vordering ingesteld tegen Fortis bank waarin de curator stelt dat Fortis bank onrechtmatig heeft gehandeld jegens de gezamenlijke schuldeisers door haar medewerking te verlenen aan deze frauduleuze praktijken. ...

Lees de bijdrage

Insolventie

HvJ 14 november 2018, nr. nr. C296/17: de exclusieve bevoegdheid van de insolventierechtbank nader bekeken

· Inge Vandeplas

Wiemer & Trachte is een besloten vennootschap met zetel te Dortmund en met een filiaal in Bulgarije.  Op 3 april 2007 wordt een insolventieprocedure geopend in hoofde van Wiemer & Trachte door het Amtsgericht, te Dortmund, en een voorlopig curator aangesteld. Centraal in dit arrest staan transacties tussen de bestuurder van het Bulgaarse filiaal van de vennootschap Wiemer & Trachte en de heer Tadzher. Deze transacties bestonden uit het overschrijven van bepaalde bedragen van de rekening van Wiemer & Trachte naar de heer Tadzher voor reiskosten en beroepskosten. Echter, deze transacties vonden plaats op 18 en 20 april 2017 en dus na de opening van de insolventieprocedure. Bijgevolg stelt de vennootschap Wiemer & Trachte een vordering in ten aanzien van de heer Tadzher bij de Bulgaarse rechter (Sofiyski gradski sad) voor de terugvordering van deze gelden in de insolvente boedel. Hierbij rees de vraag of de Bulgaarse rechter de bevoegdheid had om over deze zaak uitspraak te doen, wanneer er reeds een insolventieprocedure is geopend bij het Duitse Amtsgericht. ...

Lees de bijdrage

Insolventie

HvJ 9 november 2017, nr. C-641/16, ECLI:EU:C:2017:847

· Inge Vandeplas

Dit arrest betreft de aanwijzing van de bevoegde rechtbank voor een aansprakelijkheidsvordering ingesteld voor oneerlijke mededinging door Tünkers Maschinenbau (TM) en Tünkers France (TF). Expert Maschinenbau GmbH maakt apparatuur voor de auto-industrie en heeft een exclusief distributiecontract met Expert France. In 2006 opent het Amtsgericht Darmstadt een insolventieprocedure in hoofde van Maschinenbau en stelt een bewindvoerder aan. De bewindvoerder sluit een overnameovereenkomst met TM en draagt een bedrijfsonderdeel van Maschinenbau over aan een dochteronderneming van TM. Vervolgens verzoekt TM, als cessionaris van Expert Maschinenbau, de klanten van Expert France om zich voor bestellingen tot TM te richten. Expert France is van mening dat dit een daad van oneerlijke mededinging betreft en stelt hiervoor TM en TF aansprakelijk bij de tribunal de commerce de Paris. TM en TF zijn van oordeel dat het Amtsgericht Darmstadt bevoegd is, aangezien de aansprakelijkheidsvordering voortvloeit uit de insolventieprocedure. Dit geschil komt bij het Franse Hof van Cassatie, dat een prejudiciële vraag stelt aan het Hof van Justitie omtrent de reikwijdte van de, in artikel 3, lid 1, Vo 1346/2000 neergelegde internationale bevoegdheid van de rechter die de insolventieprocedure heeft geopend. ...

Lees de bijdrage

Insolventie

HvJ 22 juni 2017, nr. C‑126/16, ECLI:EU:C:2017:489

· Inge Vandeplas

In 2013 kwam Estro Groep in financiële problemen. Na een tevergeefse zoektocht naar nieuwe financiering, besloot Estro over te stappen naar het pre-pack faillissement, waarbij onder begeleiding van een beoogd curator een  verkoop van activiteiten van de Estro Groep aan Smallsteps  werd overeengekomen. In dit arrest heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over de toepassing van de Europese richtlijn 2001/23/EG op het pre-pack faillissement in Nederland. ...

Lees de bijdrage