Kruispuntbank
ONDERNEMING KLEINHANDELAAR EN KOOPMAN
1 mei 2017
·
Olivier Vanden Berghe
Zaak: 160/2016
Artikel III.26, § 2 van het Wetboek van economisch recht bepaalt: “Indien de handels- of ambachtsonderneming wel in deze hoedanigheid is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar haar hoofdvordering, tegenvordering of vordering tot tussenkomst, ingediend bij verzoekschrift, bij conclusie of deurwaardersexploot, gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van die vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven, is de vordering van die onderneming onontvankelijk. De onontvankelijkheid is evenwel gedekt indien ze niet voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen.” ...
Lees de bijdrage