Crédit hypothécaire

Droit bancaire et financier

Moeilijk haalbare voorwaarde van hypothecaire lening bij koop is geen onmogelijke voorwaarde volgens Cassatie

· Arnaud Derochette

Ingevolge een cassatieberoep ingesteld tegen een arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 20 maart 2017, moest het Hof van Cassatie zich buigen over de vraag of het hof van beroep het verbintenisrechtelijke begrip “onmogelijke voorwaarde” in de zin van artikel 1172 BW niet heeft miskend. Met betrekking tot een koopovereenkomst betreffende een onroerend goed die werd gesloten onder de opschortende voorwaarde dat aan de verweerders als kopers een hypothecaire lening werd toegestaan had het hof van beroep te Antwerpen namelijk geoordeeld dat het beding, op grond waarvan de opschortende voorwaarde werd geacht vervuld te zijn indien de kopers uiterlijk drie weken na de dagtekening van de overeenkomst aan de makelaar de bewijzen van de weigering van de lening door drie banken niet hadden overgemaakt per aangetekend schrijven, de opschortende voorwaarde onmogelijk maakte en aldus nietig is. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Hof van Justitie 7 december 2017, C-598/15

· Gerrit Hendrickx

In het kader van een geding tussen Banco Santander SA en Cristobalina Sanchez López over de procedure van erkenning van de zakelijke rechten voortvloeiend uit de verkrijging van de woning van laatstgenoemde door Banco Santander, werd door de rechter in eerste aanleg te Jerez de la Frontera, Spanje een verzoek om een prejudiciële beslissing, bestaande uit vijf prejudiciële vragen betreffende de uitlegging van de artikelen 3, 6 en 7 van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten[1] (hierna “Richtlijn Oneerlijke Bedingen”), aan het Europees Hof van Justitie gericht. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Hof van Justitie 20 september 2017, Ruxandra Paula Andriciuc e.a. t. Banca Românească SA, C 186/16

· Gerrit Hendrickx

Dit arrest betreft bedingen opgenomen in kredietovereenkomsten die de kredietnemers verplichten om de maandelijkse kredietbedragen in dezelfde vreemde valuta terug te betalen als diegene waarin de kredieten werden verleend (hier de Zwitserse frank i.p.v. de Roemeense leu). Volgens de verzoekers waren deze bedingen oneerlijk omdat zij het wisselkoersrisico volledig ten laste van de kredietnemers legden. Na verwerping van hun vordering in eerste aanleg, voerden de verzoekers in hoger beroep voor het “Curte de Apel Oradea” aan dat de bank haar informatie-, waarschuwings- en adviesplichten en haar plicht om contractuele bedingen duidelijk en begrijpelijk te formulerende niet is nagekomen en dat waardevermindering van de Roemeense leu een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van de partijen veroorzaakte. ...

Lire l’article