Article

Hof van Cassatie, 23/01/2017, R.D.C.-T.B.H., 2017/6, p. 600-601

Hof van Cassatie 23 januari 2017

VERVOER
Vervoer over zee - Bevrachtingsovereenkomst - Cognossement - Ladingschade - Vorderingsrecht
Wanneer een cognossement uitgegeven is, kan enkel de houder van het cognossement de zeevervoerder aanspreken wegens verlies of beschadiging van de lading. Door de uitgifte van het cognossement kan de bevrachter deze vordering niet langer op grond van de bevrachtingsovereenkomst instellen.
TRANSPORT
Transport maritime - Contrat d'affrètement maritime - Connaissement - Dommage aux marchandises - Droit d'action
Si un connaissement a été émis, seul le porteur du connaissement peut actionner le transporteur maritime pour raison de perte ou dommages à la cargaison. A cause de l'émission du connaissement, cette action ne peut plus être poursuivie par l'affréteur sous le contrat d'affrètement.

Girofle et Denrées de Madagascar (GDM) SARL / Safmarine Container Lines NV; mede inzake Sofruce SAS en Arola, Aduanas y Consignaciones SL (Arola)

Zet.: E. Dirix (voorzitter), A. Smetryns (sectievoorzitter), K. Mestdagh, G. Jocqué en A. Lievens (raadsheren)
OM: H. Vanderlinden (advocaat-generaal)
Pl.: Mrs. P. Wouters en J. Verbist
Zaak: C.16.0247.N
I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 14 december 2015.

De zaak is bij beschikking van de eerste voorzitter van 15 november 2016 verwezen naar de 3de kamer.

Sectievoorzitter Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Henri Vanderlinden heeft geconcludeerd.

II. Cassatiemiddel

De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste onderdeel

1. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat de eiseres in haar inleidende dagvaarding steunt op de hoedanigheid van de verweerster “als vervoerder ter zee en uitgever van het cognossement” en louter melding maakt dat de eiseres de goederen “heeft verscheept”.

2. De appelrechters die oordelen dat de eiseres niet gerechtigd is haar vordering te steunen op de bevrachtingsovereenkomst omdat deze achtergrond “niet onderbouwd” is en “uiterst vaag”, schenden geen van de aangevoerde wetsbepalingen.

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.

Tweede onderdeel

3. Uit artikel 89 zeevaartwet volgt dat enkel de regelmatige houder van het cognossement het recht heeft op aflevering van de goederen en op het recht op schadevergoeding voor verlies en averij dat hieruit voortvloeit, zonder dat hij het bestaan van schade in het eigen vermogen dient te bewijzen. De uitgifte van het cognossement staat eraan in de weg dat de afzender op grond van de onderliggende rechtsverhouding met de zeevervoerder deze rechten uitoefent, behoudens overdracht van schuldvordering of indeplaatsstelling.

4. De appelrechters betwisten niet dat de eiseres de bevrachtingsovereenkomst heeft gesloten met de zeevervoerder, maar wijzen haar vordering af omdat enkel de derde houder van het cognossement bevoegd is om de averijvordering in te stellen.

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep en de vordering tot bindendverklaring.

Veroordeelt de eiseres tot de kosten.

Bepaalt de kosten voor de eiseres op 1.366,83 EUR.

(…)