Voorwoord van de hoofdredactie
Avant-propos de la rédaction en chef
Het jaar 2020 is het jaar waarin het scenario van een B-film plots realiteit werd. Werd het coronavirus eerst nog lacherig afgedaan als een ietwat onschuldige variant van de griep, dan is de bittere realiteit ondertussen al lang ingezonken. Aan de lange rij van epidemieën kan een lemma worden toegevoegd. [1] De coronacrisis is in de eerste plaats een sanitaire crisis. Op het ogenblik dat dit voorwoord wordt geschreven, bedraagt de wereldwijde dodentol meer dan 2.300.000 levens. Voor België alleen bedraagt het droevige saldo meer dan 20.000 levens. Ook in de kolommen van dit tijdschrift past het hulde te brengen aan al diegenen die zich op gevaar van eigen leven voor anderen ingezet hebben en nog steeds inzetten.
De coronacrisis draagt tevens de kiemen van een maatschappelijke crisis in zich. Het beleid ter bestrijding van de crisis heeft sluimerende maatschappelijke breuklijnen ongenadig blootgelegd. Jong versus oud, arm versus rijk, stad versus platteland, … Op het “beleid” rust de moeilijke taak al deze tegenstellingen te overbruggen en niemand achter te laten.
Economisch zullen de gevolgen van de (bestrijding van de) coronacrisis zich in de komende jaren en decennia laten voelen. Het Belgische begrotingstekort voor 2020 bedraagt 44,9 miljard EUR. Van dit tekort komt maar liefst 35,6 miljard EUR op rekening van de coronacrisis. Het beheer van dit tekort zal tot moeilijke maatschappelijke keuzes nopen. Het gevaar van het populisme loert hierbij voortdurend om de hoek.
De coronacrisis is ook een juridische crisis gebleken. [2] Ook, en vooral, in tijden van crisis moet het recht antwoorden bieden. De strijd tegen een onzichtbare vijand geschiedt niet in een juridisch vacuüm. Op dit ogenblik is het nog te vroeg om een finale balans op te maken. De tussentijdse balans geeft volgend beeld. Enerzijds heeft de rechtsorde standgehouden in uitzonderlijke tijden. Rechtbanken zijn recht blijven spreken. De rechtspraak (onmiddellijk) en de wetgever (met de nodige vertraging) hebben zich voldoende flexibel getoond om oplossingen te zoeken voor nieuwe problemen. Anderzijds is wel gebleken dat het recht als zodanig niet berekend is op crises. [3] Deze laatste vaststelling geldt zowel voor het privaatrecht als voor het publiekrecht (en dan nog los van de bijzondere Belgische context). Het ontbreekt het (privaat)recht kennelijk aan systemische instrumenten die ingezet kunnen worden in crisistijd. Deze lacune maakt het recht onvolledig. Een recht dat goed werkt in goede tijden, maar riskeert te blokkeren in moeilijke tijden is niet af. Op dat gebied moet nog veel werk worden geleverd. Jonge onderzoekers moeten en masse het veld worden ingestuurd om een recht 2.0 te ontwikkelen, een recht dat resistent is tegen de volgende crisis.
De bijdragen in dit bijzonder nummer kunnen hen daarbij op weg helpen. Aan de auteurs, specialisten in hun vakgebied, werd gevraagd een algemeen dan wel bijzonder aspect van de coronacrisis te duiden. De privaatrechtelijke bijdragen werden ingebed in een economisch, rechtshistorisch, publiekrechtelijk en rechtsfilosofisch kader. Samen bieden zij inzicht in de verhouding crisis en recht anno 2020.
Het einde van 2020 betekent niet het einde van de coronacrisis. Voor virussen betekent de overgang van oud naar nieuw nu eenmaal bijzonder weinig. Het “rijk der vrijheid” (aangekondigd door minister Vandenbroucke, in navolging van Friedrich Engels en Immanuel Kant) zou echter stilaan in zicht zijn. Samen met de verpakking van het vaccin kan dan ook het vermaledijde “nieuwe normaal” de vuilbak in. Op weg naar de toekomst mag het verleden niet vergeten worden. De coronacrisis heeft de fragiliteit van de normaliteit blootgelegd. Deze fragiliteit moet permanent verstevigd worden. Stabiliteit is geen verworvenheid. Ook als tijdschrift kunnen we daartoe een bescheiden bijdrage leveren. Door niet alleen stil te staan bij de waan van de dag, maar door stelselmatig de fundamenten van het gebouw te onderzoeken, teneinde de blijvende draagkracht ervan te bepalen.
* * *
L'année 2020 est l'année où le scénario d'un film de série B est soudainement devenu réalité. Alors que le coronavirus a d'abord été minimisé comme une variante relativement innocente de la grippe, la dure réalité s'est imposée depuis. Nous pouvons à présent ajouter une nouvelle entrée à la longue liste des épidémies. [4]
La crise du corona est avant tout une crise sanitaire. Au moment où nous écrivons ces lignes, le nombre de morts dans le monde est de plus de 2.300.000. Rien qu'en Belgique, le triste bilan est de plus de 20.000 décès. Il convient également, dans les colonnes de cette revue, de rendre un hommage à tous ceux qui se sont consacrés, au risque de leur propre vie, à aider les autres et qui continuent à le faire.
La crise du corona contient également les germes d'une crise sociale. La politique de lutte contre la crise a impitoyablement mis à jour des fractures sociales latentes. Entre jeunes et vieux, pauvres et riches, la ville et la campagne, ... La « politique » a la tâche difficile de surmonter toutes ces contradictions et de ne laisser personne au bord du chemin.
Sur le plan économique, les conséquences de la (lutte contre la) crise du corona se feront sentir dans les années et décennies à venir. Le déficit budgétaire belge pour 2020 s'élève à 44,9 milliards EUR. Sur ce déficit, pas moins de 35,6 milliards EUR sont dus à la crise du corona. La gestion de ce déficit nécessitera des choix sociaux difficiles. Le danger du populisme guette.
La crise du corona s'est également révélée être une crise juridique. [5] Même, et surtout, en temps de crise, la loi doit apporter des réponses. La lutte contre un ennemi invisible ne peut se faire dans un vide juridique. Il est encore trop tôt à ce stade pour dresser un bilan définitif, mais un bilan intermédiaire donne l'image suivante. D'une part, l'Etat de droit a tenu bon en des temps exceptionnels. Les tribunaux ont continué à administrer la justice. Le pouvoir judiciaire (immédiatement) et le pouvoir législatif (avec le délai nécessaire) ont fait preuve de suffisamment de souplesse pour chercher des solutions à de nouveaux problèmes. D'autre part, il est devenu évident que le droit en tant que tel n'est pas adapté aux crises. [6] Cette dernière constatation s'applique tant au droit privé qu'au droit public (sans parler du contexte belge particulier). Le droit (privé) manque cruellement d'instruments systémiques pouvant être utilisés en temps de crise. Cette lacune rend le droit incomplet. Un droit qui fonctionne bien dans les bons moments, mais qui risque d'être bloquée dans les moments difficiles n'est pas aboutie. Il reste encore beaucoup de travail à faire dans ce domaine. De jeunes chercheurs doivent être envoyés en masse sur le terrain pour élaborer un droit 2.0, un droit qui résiste à la prochaine crise.
Les contributions de ce numéro spécial peuvent les aider dans leur démarche. Les auteurs, spécialistes dans leur domaine, ont été invités à éclairer un aspect de la crise du corona. Ces contributions de droit privé s'inscrivent dans le cadre de l'économie, de l'histoire du droit, du droit public et de la philosophie du droit. Ensemble, elles donnent un aperçu de la relation entre la crise et le droit en 2020.
La fin de 2020 ne signifie pas la fin de la crise du corona. Les virus ne connaissent pas ce passage de l'ancien au nouveau. Cependant, le « royaume de la liberté » (annoncé par le ministre Vandenbroucke, après Friedrich Engels et Emmanuel Kant) serait tout doucement en vue. La maudite « nouvelle normalité » pourra alors être jetée à la poubelle, avec l'emballage du vaccin. La route vers l'avenir ne doit pas faire oublier le passé. La crise du corona a mis en évidence la fragilité de la normalité qui doit être renforcée en permanence. La stabilité n'est pas un acquis. En tant que revue, nous pouvons également y apporter une modeste contribution. Non seulement en s'attardant sur les aléas du quotidien, mais en examinant systématiquement les fondations de l'édifice afin d'en déterminer sa solidité.
| [1] | Zie F.M. Snowden, Epidemics and Society. From the Black Death to the Present, New Haven, Yale University Press, 2020, 582 p. |
| [2] | Zie hierover in het bijzonder, F. Ost, “Nécessité fait loi? La santé n'a pas de prix? Ce que le COVID fait au droit” in S. Parsa en M. Uyttendaele (eds.), La pandémie de COVID-19 face au droit, 2020, 17-41. |
| [3] | E. Dirix, “Crisis en privaatrecht”, NJW 2021, (2) p. 2, nr. 1. |
| [4] | F.M. Snowden, Epidemics and Society. From the Black Death to the Present, New Haven, Yale University Press, 2020, 582 p. |
| [5] | Voir en particulier F. Ost, « Nécessité fait loi? La santé n'a pas de prix? Ce que le COVID fait au droit » in S. Parsa en M. Uyttendaele (eds.), La pandémie de COVID-19 face au droit, 2020, 17-41. |
| [6] | E. Dirix, « Crisis en privaatrecht », NJW 2021, (2) p. 2, nr. 1. |

