Article

Hof van Cassatie, 07/04/2017, R.D.C.-T.B.H., 2017/7, p. 750-751

Hof van Cassatie 7 april 2017

INSOLVENTIE
Faillissement - Gevolgen - Rechten van de schuldeisers - Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid - Bestuur - Socialezekerheidsbijdragen
Wanneer een zaakvoerder betrokken is bij een faillissement met schulden ten aanzien van een inningsorganisme van de sociale zekerheid dat wordt uitgesproken op dezelfde datum als het faillissement van de vennootschap waarvan de sociale schulden het voorwerp uitmaken van de aansprakelijkheid beoogd door het artikel 265, § 2, eerste lid W.Venn., wordt het eerstgenoemde faillissement voor de toepassing van datzelfde artikel, geacht zich te hebben voorgedaan in een periode van 5 jaar voorafgaand aan het laatstgenoemde faillissement.
INSOLVABILITÉ
Faillite - Effets - Droits des créanciers - Société privée à responsabilité limitée - Gestion - Cotisations de sécurité sociale
Lorsqu'un gérant est impliqué dans une faillite comprenant des dettes envers un organisme de recouvrement des cotisations de la sécurité sociale, qui a été prononcée à la même date que la faillite de la société dont les dettes sociales font l'objet d'une responsabilité visée par l'article 265, § 2, premier alinéa, du C. soc., cette première faillite est réputée, aux fins de cet article, avoir eu lieu endéans une période de 5 années précédant la seconde faillite.

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid / F.H.

Zet.: E. Dirix (voorzitter), B. Deconinck (sectievoorzitter), K. Mestdagh, B. Wylleman en K. Moens (raadsheren)
OM: A. Van Ingelgem (advocaat-generaal)
Pl.: Mr. G. de Foestraets
Zaak: C. 16.0390.N
I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 21 april 2016.

Sectievoorzitter Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal André Van Ingelgem heeft geconcludeerd.

II. Cassatiemiddel

De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste onderdeel

1. Krachtens artikel 265, § 2, eerste lid Wetboek van Vennootschappen kunnen de zaakvoerders, gewezen zaakvoerders en alle andere personen die ten aanzien van de zaken van de vennootschap werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad, door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de curator persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van alle op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen, bijdrageopslagen, verwijlinteresten en de vaste vergoeding bedoeld in artikel 54ter uitvoeringsbesluit RSZ-wet indien zij zich, in de loop van de periode van 5 jaar voorafgaand aan de faillietverklaring in de situatie bevonden hebben zoals beschreven in artikel 38, § 3octies, 8° algemene beginselenwet sociale zekerheid.

Artikel 38, § 3octies, 8° algemene beginselenwet sociale zekerheid verwijst naar de situatie waarin deze bestuurders bij minstens twee faillissementen, vereffeningen of gelijkaardige operaties met schulden ten aanzien van een inningsorganisme van de socialezekerheidsbijdragen betrokken waren.

Wanneer zij betrokken zijn bij een faillissement met schulden ten aanzien van een inningsorganisme van de socialezekerheidsbijdragen dat eveneens wordt uitgesproken op de datum van het faillissement van de vennootschap waarvan de sociale schulden het voorwerp uitmaken van de in artikel 265, § 2, eerste lid Wetboek van Vennootschappen bedoelde aansprakelijkheid, wordt het eerstgenoemde faillissement voor de toepassing van artikel 265, § 2, eerste lid Wetboek van Vennootschappen geacht zich te hebben voorgedaan in de periode van 5 jaar voorafgaand aan het laatstgenoemde faillissement.

2. Uit het arrest blijkt dat:

- de verweerder zaakvoerder was van DWL BVBA, Move Your Business BVBA en All Move BVBA;

- DWL BVBA op 13 oktober 2009 failliet werd verklaard met sociale schulden;

- Move Your Business BVBA en All Move BVBA op 13 september 2012 failliet werden verklaard met sociale schulden.

3. Door het faillissement van Move Your Business BVBA niet in aanmerking te nemen als een eerder faillissement dat zich heeft voorgedaan in de periode van 5 jaar voorafgaand aan de faillietverklaring van All Move BVBA, op grond dat beide faillissementen op dezelfde datum werden uitgesproken, verantwoorden de appelrechters hun beslissing niet naar recht.

Het onderdeel is gegrond.

Dictum

Het Hof,

Vernietigt het bestreden arrest.

Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest.

Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent over aan de feitenrechter.

Verwijst de zaak naar het hof van beroep te Gent.

(…)