Extinction de l’obligation

Insolvabilité

Cass. 22 januari 2021, nr. C.20.0143.N/1: Matiging van het nemo plus iuris- beginsel

· Inge Vandeplas

De feiten die aan dit arrest ten grondslag liggen, gaan terug tot 2007. Partijen A en B verkopen hun aandeel in een onroerend goed gelegen te Schaarbeek aan partij C. Partij C verkrijgt een kredietopening en tot zekerheid hiervan vestigt bank BNP Paribas Fortis (BNPPF) een hypotheek op het onroerend goed te Schaarbeek. In het najaar van 2009 wordt echter een voorlopig bewindvoerder aangesteld tot beheer van het vermogen van partij A. Deze vordert voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel de nietigverklaring van de verkoopovereenkomst die gesloten werd in 2007. De rechtbank willigt de vordering in. Nadat de vordering van BNPPF in hoger beroep ongegrond wordt verklaard, gaat hij in cassatie. Het Hof van Cassatie vernietigt het arrest van het hof van beroep in de mate deze de vordering van BNPPF, die ertoe strekte de verkoop slechts ex nunc nietig te verklaren, als ongegrond heeft afgewezen. Nadat ook het hof van beroep te Antwerpen na verwijzing de vordering van BNPPF ongegrond verklaart, stelt BNPPF nogmaals een voorziening in cassatie in. ...

Lire l’article