Actualités

Droit commercial général

“Guidelines” van het Hof van Cassatie voor het aanwenden van Engelstalige terminologie

In een arrest van 28 juni 2019 diende het Hof van Cassatie te oordelen over de wettigheid van een rechterlijke beslissing waar in beperkte mate Engelse woorden werden gebruikt. Het bestreden beroepsarrest werd geveld  vóór de wetswijziging van 25 mei 2018 (« Potpourri VI »), waarmee de absolute nietigheid bij miskenning van de Taalwet Gerechtszaken, zoals bepaald in haar artikel 40, herleid werd tot een relatieve nietigheid. Inmiddels werd deze wetswijziging vernietigd bij een arrest van het Grondwettelijk Hof van 19 september 2019, waardoor het besproken cassatiearrest aan relevantie wint.

In de bestreden beroepsbeslissing werd de Engelse term “rules” (tussen aanhalingstekens) gebruikt.  Dit was de benaming van de overeenkomst die tussen de oorspronkelijk in het geding betrokken partijen werd gesloten en die ook in het arrest werd beschreven, onder meer door de vermelding van het voorwerp van die overeenkomst. Het Hof van Cassatie oordeelde daarom dat de aanhaling van de term  “rules” geen daadwerkelijk gebruik van een andere taal dan de taal van de rechtspleging zoals  bedoeld in artikel 24 van de Taalwet Gerechtszaken uitmaakte, maar dus gewoon een verwijzing naar de overeenkomst in kwestie.

Ook het aanhalen van een Engelstalige benaming van een clausule “pay to be paid” werd niet strijdig bevonden met artikel 24 van de Taalwet Gerechtszaken, omdat het arrest de draagwijdte van die clausule vervolgens in het Nederlands toelichtte  door uiteen te zetten dat die clausule inhoudt dat de verzekeraar enkel gehouden is  tot betaling van de bedragen die de verzekeringnemer effectief heeft betaald.

Het Hof van Cassatie bevestigde haar eerdere rechtspraak door te oordelen dat “een akte van de rechtspleging wordt geacht in de taal van de rechtspleging te zijn gesteld, in het geval een aanhaling in een andere taal van de rechtspleging is  opgenomen, wanneer in de akte tevens de vertaling of de zakelijke inhoud ervan in  de taal van de rechtspleging is weergegeven. De weergave van de zakelijke inhoud  van een niet in de procestaal gestelde vermelding, vereist niet een volledige vertaling van de in de vreemde taal vermelde wettekst. Het is ook niet vereist dat de  vertaalde zakelijke inhoud zelf uitdrukkelijk aangeeft dat het een weergave is van  de in een vreemde taal vermelde wettekst.” Schijnbaar past het Hof van Cassatie deze leer niet enkel toe op aanhalingen van wetteksten, maar tevens op aanhalingen van overeenkomsten in een vreemde taal.

Laisser un commentaire

Votre adresse de messagerie ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *