Financiële instellingen en tussenpersonen

Bank en financieel recht

Wetgever verbiedt activiteiten van cryptowisselplatformen en -bewaarnemers uit derde landen

· contributeur invité gastcontributeur

Activiteiten met betrekking tot virtuele activa ontsnappen op heden grotendeels aan het toepassingsgebied van de financiële reglementering. Enkel in uitzonderlijke gevallen zal de dienstverlener onder het toezicht vallen van een financiële toezichthouder, bijvoorbeeld wanneer de verhandelde virtuele activa gekwalificeerd worden als financiële instrumenten. De Europese wetgever verstrengde het reglementair kader inzake deze activiteiten reeds door middel van de vijfde AML-richtlijn[1]. Meer bepaald onderwierp de wetgever aanbieders die zich bezighouden met diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta (“cryptowisselplatformen”) en aanbieders van bewaarportemonnees (“cryptobewaarnemers”) aan de geldende antiwitwasreglementering. Verder vereist de Europese wetgever dat de lidstaten dienen te waarborgen dat cryptowisselplatformen en -bewaarnemers voor anti-witwasdoeleinden worden geregistreerd bij een nationale toezichthouder. ...

Lees de bijdrage

Verzekeringen

Deel 2/2 - Brexit: overgangsregime voor financiële diensten beperkt tot verzekeringen

· contributeur invité gastcontributeur

Zie deel 1/2 hier. Het overgangsregime is onderworpen aan strikte voorwaarden. Zo kan slechts gebruik worden gemaakt van de overgangsregeling wanneer de verzekeraar of tussenpersoon een uitdrukkelijke kennisgeving doet aan de bevoegde toezichthouder. Voor tussenpersonen dient deze kennisgeving plaats te vinden vóór 28 februari 2021. Het kennisgevingsdossier dient te voldoen aan de formaliteiten zoals bepaald in artikel 2 en 8 van het Brexit I KB (desgevallend aangevuld door de NBB of de FSMA)[1] en dient regelmatig geactualiseerd te worden. ...

Lees de bijdrage

Verzekeringen

Deel 1/2 - Brexit: overgangsregime voor financiële diensten beperkt tot verzekeringen

· contributeur invité gastcontributeur

Door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie verloren bepaalde financiële dienstverleners hun Europees paspoort vanaf 1 januari 2021. Zonder overgangsregime bestaat het risico dat hun Belgische klanten geconfronteerd worden met in het Verenigd Koninkrijk geblokkeerde tegoeden. Immers zou het niet mogelijk kunnen zijn voor sommige dienstverleners om overeenkomsten te sluiten of uit te voeren zonder toestemming conform de toepasselijke toezichtwetgeving. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

De Koning preciseert de taken van het auditcomité van beheervennootschappen

· Gerrit Hendrickx

Sinds de omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2006/43/EG[1] werden de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en de beheervennootschappen van openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging, door artikel 201, § 8, eerste lid van de wet van 3 augustus 2002[2] respectievelijk artikel 319, § 5, eerste lid van de wet van 19 april 2014[3], onderworpen aan de verplichting om een auditcomité op te richten binnen hun wettelijke bestuursorgaan. In het tweede lid van bovenvermelde bepalingen werd de Koning de bevoegdheid verleend om desbetreffend nadere regels en verplichting vast te stellen. In uitoefening van deze bevoegdheidsdelegatie, zijn de nadere regels en verplichtingen inzake het auditcomité op heden vastgesteld in het koninklijk besluit van 12 november 2012[4] respectievelijk het koninklijk besluit van 25 februari 2017[5]. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie 14 juni 2017, C-678/15 (Mohammad Zadeh Khorassani t. Kathrin Pflanz)

· Gerrit Hendrickx

In dit arrest van 14 juni 2017 verduidelijkt het Europees Hof van Justitie de interpretatie die moet worden gegeven aan het begrip beleggingsdiensten, zoals gedefinieerd in artikel 4, eerste lid, onder 2) en bijlage I, deel A, punt 1 van Richtlijn 2004/39/EG (hierna “MiFID I”). De feiten in de onderhavige zaak waren als volgt. Nadat Pflanz hem een belegging (genaamd “Grand Slam”) had aanbevolen, sloot Khorassani in november 2007 een dienstenovereenkomst en een vermogensbeheerovereenkomst met 2 in Liechtenstein gevestigde vennootschappen. Hierbij verbond Khorassani zich ertoe eenmalig een bedrag van 20.000 euro en maandelijkse termijnen van 1.000 euro te storten, steeds vermeerderd met 5 % agio. Nadat hij reeds 27.000 euro had betaald – waarop een makelaarsprovisie van 19.731,60 euro en 1.285,71 euro aan agio was ingehouden – herriep hij de overeenkomsten en vorderde hij de terugbetaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met een schadevergoeding. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Koninklijk besluit van 10 juli 2017 tot goedkeuring van het reglement van de autoriteit voor financiële diensten en markten over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming dienen over te leggen (BS 19 juli 2017), in werking getreden op 1 oktober 2017

· Gerrit Hendrickx

Bij dit Koninklijk besluit van 10 juli 2017 werd het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) over de statistische informatie die bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming moeten overleggen goedgekeurd. Het goedgekeurde reglement van de FSMA legt een aantal rapporteringsverplichtingen op, die gelden voor: de instellingen voor collectieve beleggingen (ICBE’s) met een veranderlijk aantal rechten van deelneming naar Belgisch recht die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG[1]; en de alternatieve instellingen voor collectieve belegging (AICB’s) met een veranderlijk aantal rechten van deelneming naar Belgisch en naar buitenlands recht waarvan de rechten van deelneming openbaar worden aangeboden in België. ...

Lees de bijdrage