Actualités

Droit commercial général

Aanvangspunt interesten in geval van ontbinding koopovereenkomst – Cass. 18 juni 2020

In een arrest van 18 juni 2020 (C.19.0505/N) werd het Hof van Cassatie verzocht zich uit te spreken over het ogenblik waarop de nalatigheidsinteresten bij terugbetaling van de koopprijs wegens ontbinding van een koopovereenkomst beginnen te lopen.

De verkoper voerde aan dat zij slechts gehouden is tot betaling van de interesten vanaf de ingebrekestelling, en bij gebreke daaraan, vanaf de dagvaarding. De kopers daarentegen meenden dat de verkoper zich reeds bij het sluiten van de koopoverenkomst schuldig gemaakt had aan de ernstige wanprestatie  door zich voor te doen als enige aandeelhouder-verkoper en de interesten derhalve vanaf dat ogenblik verschuldigd zijn.

Het Hof van Cassatie treedt de kopers bij en oordeelt dat een schuldenaar niet langer te goeder trouw is wanneer hij kennis had of hoorde te hebben van het onzekere karakter van zijn titel. het Hof wijst daarbij op artikel 1153, artikel 1378, artikel 1682 en artikel 549 B.W., waaruit zou moeten volgen dat de restitutie van een geldsom ten gevolge van de ontbinding van een koopovereenkomst ook de interesten omvat vanaf het ogenblik dat de schuldenaar van de restitutieverbintenis niet meer te goeder trouw is.

Het Hof van Cassatie bevestigde hiermee de zienswijze van het hof van beroep te Brussel, dat de terugbetaling van de koopprijs had verhoogd met interesten aan de wettelijke rente vanaf het sluiten van de overeenkomst.

Comments are closed.