Actualiteit

Bank en financieel recht

Regelgevend kader voor crowdfundingdienstverleners verder aangepast met de uitvoeringsbepalingen voor de implementatie van Verordening 2020/1503

Op 4 april 2022 verschenen in het Belgisch Staatsblad twee wetten waardoor de bepalingen van de Wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën (de zogeheten “Crowdfundingwet”) vervangen worden.

Het gaat met name om:

  1. De wet van 23 februari 2022 tot tenuitvoerlegging van verordening (EU) 2020/1503 van het europees parlement en de raad van 7 oktober 2020 betreffende europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van verordening (EU) 2017/1129 en richtlijn (EU) 2019/1937, en tot omzetting van richtlijn (EU) 2021/338 van het europees parlement en de raad van 16 februari 2021 tot wijziging van richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis; en
  2. De wet van 9 maart 2020 tot tenuitvoerlegging van bepaalde aspecten van Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937.

Met beide wetten wordt onder andere de geharmoniseerde crowdfundingregeling en de volledige toezichtsregeling voor crowdfundingplatformen zoals uitgewerkt in de Verordening 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening 2017/1129 en Richtlijn 2019/1937 (hierna “Verordening crowdfundingdienstverleners”) ten uitvoer gelegd.

Ter herinnering, deze verordening geldt voor crowdfundingdiensten gedefinieerd als het matchen van bedrijfsfinancieringsbelangstellingen van beleggers en projecteigenaren door het gebruik van een crowdfundingplatform bestaande uit (i) het faciliteren van verstrekken van leningen en (ii) het plaatsen van effecten, uitgegeven door projecteigenaren (zonder plaatsingsgarantie) en de ontvangst en doorgifte van orders van cliënten in verband daarmee. Overeenkomstig de verordening kunnen deze diensten enkel door rechtspersonen worden verleend.

Door de wet van 23 februari 2022 worden in titel 2 (“alternatieve financiering”) van de Crowdfundingwet de bestaande hoofdstukken inzake alternatieve financiering vervangen door een hoofdstuk met de bepalingen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) 2020/1503 en een hoofdstuk inzake toezicht en administratieve maatregelen.

De nieuwe bepalingen regelen in hoofdzaak volgende aspecten:

  • aanwijzing van de autoriteiten die bevoegd zijn voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Verordening crowdfundingdienstverleners;
  • administratieve en strafrechtelijke maatregelen en sancties;
  • burgerlijke aansprakelijkheidsregeling voor het uitoefenen van de activiteit zonder vergunning en voor foutieve informatie op de fiche met essentiële beleggingsinformatie dat de crowdfundingdienstverleners aan de beleggers moeten verstrekken;
  • het gebruik van “special purpose vehicles” door crowdfundingdienstverleners; en
  • overgangsregeling en vereenvoudigde vergunningsprocedure voor de personen die  al vóór de inwerkingtreding van de Verordening crowsfundingdiensten aanboden.

 

De wet van 23 februari 2022 wijzigt verder een aantal bepalingen van:

  • de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten ;
  • de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten; en
  • de wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

De wet van 9 maart 2022 past de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten aan om o.a. aan te geven dat het ontbreken van een beslissing van de FSMA binnen de 6 maanden over een aanvraag voor een vergunning als crowdfundingdienstverlener, met een weigering van de vergunning wordt gelijkgesteld.

De nieuwe regeling impliceert voor de huidige alternatieve- financieringsplatformen en voor de gereglementeerde ondernemingen die crowdfundingdiensten aanbieden dat zij een vergunningsaanvraag zullen moeten indienen bij de FSMA als zij hun activiteiten wensen voort te zetten.

Hoewel de bepalingen van de wet van 23 februari 2022 inzake crowdfundingdiensten in werking treden op 4 april 2022 is een bijzondere overgangsregeling opgenomen waardoor de gewijzigde bepalingen voor de aanpassingen aan de wet van 2 augustus 2002 en aan de Crowdfundingwet, pas later in werking treden voor de crowdfundingdienstverleners die, op 10 november 2021, een vergunning als alternatieve-financieringsplatform hebben, of die, conform artikel 6, § 2, van de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën, hun voornemen ter kennis van de FSMA hebben gebracht om alternatieve-financieringsdiensten te verrichten (inwerkingtreding op 10 november 2022 of op de dag dat zij hun vergunning ontvangen, dan wel de datum die door de Commissie wordt aangeduid).

Régine Feltkamp (Advocaat, Docent VUB)

&

Nicolas Michiels (Advocaat, Wetenschappelijk medewerker VUB)

Comments are closed.