Actualiteit

Bank en financieel recht

Een nieuwe stimulans voor beleggingen in duurzame economische activiteiten: een Europese taxonomie en transparantieverplichtingen

In het kader van het actieplan van de Europese Commissie voor financiering van duurzame groei, de inspanningen van de Europese Unie van de kapitaalmarkten om de financiering te koppelen aan de behoeften van de reële economie en de doelstellingen van het akkoord van Parijs om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, werd Verordening nr. 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van de verordening 2019/2088 (hierna “de Verordening”) aangenomen.

Financiële producten waarmee duurzame doelstellingen worden nagestreefd zijn een efficiënte manier om particuliere beleggingen te leiden naar duurzame activiteiten en projecten. Dat impliceert dat duurzame investeringen en investeringen die dat niet zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn .

Daarom werkt de Verordening o.a. een classificatiesysteem uit (ook wel taxonomie genoemd) voor duurzame investeringen. Met deze taxonomie en de daaraan gekoppelde transparantieverplichtingen zouden beleggers beter moeten kunnen achterhalen of een bepaalde investering of economische activiteit al dan niet “groen” is. Dit zou de zogeheten “greenwashing” (investeringen als groen bestempelen terwijl ze dat niet zijn) helpen tegen te gaan.

De Verordening bepaalt vier criteria waaraan een economische activiteit moet voldoen om als ecologisch duurzaam te bestempelen. Daartoe moet de activiteit o.a. substantieel bijdragen tot een of meer van de milieudoelstellingen zoals omschreven in de Verordening en verricht worden met in achtneming van de door de Verordening opgelegde garanties.

De vooropgestelde milieudoelstellingen zijn :

1)   de vermindering van klimaatverandering;

2)   de aanpassing aan klimaatverandering;

3)   het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen;

4)   de transitie naar een circulaire economie; de preventie en bestrijding van verontreiniging;

5)   de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.

De lidstaten moeten deze criteria gebruiken om te bepalen of een economische activiteit als ecologisch duurzaam kan worden aangemerkt met het oog op maatregelen tot vaststelling van voorschriften voor financiële marktdeelnemers of uitgevende instellingen ten aanzien van financiële producten of bedrijfsobligaties die als ecologisch duurzaam beschikbaar worden gesteld.

De Verordening  legt daarnaast een reeks informatie- en transparantieverplichtingen op m.b.t. financiële instrumenten waarbij geïnvesteerd wordt in een economische activiteit die bijdraagt tot een van de milieudoeleinden inzake hun duurzaam karakter, m.b.t. financiële instrumenten die milieukenmerken promoten, m.b.t. tot andere financiële instrumenten en m.b.t. financiële verslaggeving.

De Verordening heeft directe werking en moet niet meer naar Belgisch recht worden omgezet. Zij is sinds 12 juli 2020 van kracht, met dien verstande dat een aantal bepalingen pas op 1 januari 2022 respectievelijk 1 januari 2023 in werking treden.

De Europese Commissie zal uiterlijk op 13 juli 2022 en vervolgens om de drie jaar de toepassing van de Verordening moeten evalueren, met inbegrip van de selectiecriteria en de toe te passen criteria wanneer een activiteit een significant negatief effect op de duurzaamheid heeft. Zij zal ook vóór 31 december 2021 een verslag moeten publiceren over de bepalingen die nodig zijn om het toepassingsgebied van de Verordening uit te breiden, met name op sociaal gebied.

 

Régine Feltkamp (advocaat, docent VUB) & Nicolas Michiels (advocaat, wetenschappelijk medewerker VUB)

 

Comments are closed.