Nakoming/niet-nakoming verbintenis

Algemeen handelsrecht

L'atteinte à la jouissance d'un bien constitue un dommage, même sans aucun autre préjudice - Cass. 24 juin 2021

· . Library

Dans les années 80 une école avait fait appel à un entrepreneur, des architectes et des bureaux d'études pour la conception et exécution des bâtiments scolaires. Quelques années après la réception définitive, l'école a constaté, entre autres, que les différents matériaux utilisés à titre de remblais, avaient gonflé sous l'effet de l'humidité, déformant la cour de récréation. Le 9 avril 2019, la cour d'appel de Mons avait statué sur la responsabilité contractuelle des différents professionnels de construction. Elle avait constaté que les défauts étaient des vices graves au sens de l’article 1792 du Code civil, pour lesquels l'entrepreneur, les architectes ainsi que les bureaux d'études étaient responsables. En ce qui concerne l'évaluation des dommages, l'expert judiciaire avait constaté que les montants nécessaires pour la réparation du trouble de jouissance étaient extrêmement élevés en raison de contraintes d’ordre strictement technique, tandis que les désordres apparents restaient relativement minimes en termes de conséquences quant à la jouissance paisible du bâtiment eu égard au contexte constructif du site tout entier. La cour d'appel avait jugé que ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De koper van aandelen kan bij onjuiste verklaringen niet zonder meer de vergoeding eisen van de door de vennootschap geleden schade (Cass. 4 december 2020)

· . Library

In een arrest van 4 december 2020 (C.19.0342.N) verschafte het Hof van Cassatie enkele verduidelijkingen voor de bepaling van de schadevergoeding voor een koper van aandelen, indien de verklaringen (“representations and warranties”) van de verkoper in de aandelenverkoopovereenkomst naderhand onjuist blijken te zijn. Bij een overeenkomst tot overdracht van aandelen hadden de verkopers onder meer verklaard dat: - het uitstaand saldo aan facturen die de doelvennootschappen hadden uitgeschreven, ten belope van 368.459,86 EUR, door de relevante schuldenaren zou worden uitbetaald binnen 6 maanden na de vervaldag; - de jaarrekening van de doelvennootschappen overeenkwam met hun financiële situatie en conform de geldende wetgeving was opgesteld. Deze verklaringen bleken uiteindelijk niet correct te zijn: ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Financieel onvermogen kan geen overmacht uitmaken

· Olivier Vanden Berghe

In een arrest van 18 juni 2018 bevestigt het Hof van Cassatie dat financieel onvermogen geen overmacht kan uitmaken, ook al is het onvermogen te wijten aan  externe omstandigheden die voor de schuldenaar overmacht uitmaken. Met andere woorden uit het onvermogen om een geldschuld te voldoen kan de schuldenaar logischerwijze niet afleiden dat hij bevrijd is van deze betalingsverbintenis. Ook de Memorie van Toelichting van het voorontwerp van nieuw Burgerlijk Wetboek vermeldt dat overmacht niet aan de orde is wanneer de verbintenis de betaling van een geldschuld tot voorwerp heeft, al wordt dit niet uitdrukkelijk opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Het Hof van Cassatie vernietigt een arrest van het hof van beroep te Antwerpen dat een onderneming van een kredietschuld had bevrijd. Het hof van beroep had geoordeeld dat bij soortzaken - en in het bijzonder geldschulden - een beroep op overmacht niet kan worden uitgesloten en de schuldenaar bevrijd was van zijn verbintenis tegenover de kredietverlenende bank omdat de definitieve onmogelijkheid tot betaling het gevolg was van een brand, en hij alle inspanningen ten spijt er niet in geslaagd was om de bank te betalen. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Hof van Cassatie 13 januari 2017

· Olivier Vanden Berghe

Zaak: C.15.0417.N Een advocaat die door zijn cliënt verzocht werd een aangifte van schuldvordering in een faillissement te doen, had dit niet gedaan vanwege het uitblijven van de betaling van zijn erelonen. Hij had zijn cliënt hier echter niet uitdrukkelijk op gewezen. De advocaat werd vervolgens gedagvaard. In zijn arrest van 30 september 2013 had het hof van beroep te Antwerpen geoordeeld dat “de exceptie van niet-uitvoering van rechtswege geldt en dat de advocaat zijn cliënt er niet eerst erop moest wijzen dat hij zijn tussenkomst opschortte in afwachting van de betaling”. ...

Lees de bijdrage