Ondernemingsrechtbank

Algemeen handelsrecht

Bemiddeling bij de Ondernemingsrechtbank Antwerpen - Mededeling van 6 januari 2020

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat

De Belgische wetgever toont meer en meer belangstelling voor alternatieve geschillenbeslechting in het algemeen, en bemiddeling in het bijzonder. Zo kende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen m.o.o. de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing (B.S. 7 februari 2018) nieuwe middelen toe aan de rechter om de minnelijke oplossing van geschillen te bevorderen. Art. 205 van de wet van 18 juni 2018 voegt een nieuw lid toe aan art. 444 Ger.W.: "Zij (advocaten) informeren de rechtszoekende over de mogelijkheid tot bemiddeling, verzoening en elke andere vorm van minnelijke oplossing van geschillen. Indien zij van mening zijn dat een minnelijke oplossing van het geschil overwogen kan worden, trachten zij die in de mate van het mogelijke te bevorderen". Ook art. 731 Ger.W. ondergaat een verandering, in die zin dat het wordt vervangen door het volgende: "Het behoort tot de opdracht van de rechter om de partijen te verzoenen. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1724 tot 1737 kan iedere inleidende hoofdvordering tussen partijen die bekwaam zijn om een dading aan te gaan en betreffende zaken welke voor dading vatbaar zijn, op verzoek van een partij of met beider instemming vooraf ter minnelijke schikking worden voorgelegd aan de rechter die bevoegd is om in eerste aanleg ervan kennis te nemen. Behoudens in de gevallen bij de wet bepaald, kan de poging tot minnelijke schikking niet verplicht wordt gesteld". De wetgever voegt een nieuw art. 1723/1 aan het Ger.W. toe, dat stipuleert: "De bemiddeling is een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen met de medewerking van een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde die de communicatie vergemakkelijkt en poogt de partijen ertoe te brengen zelf een oplossing uit te werken". ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel - Tekort aan magistraten veroorzaakt belangrijke vertragingen

· Olivier Vanden Berghe

In een persbericht van 4 februari 2019 meldt de voorzitster van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank van Brussel dat het tekort aan magistraten een belangrijke impact zal hebben op de te behandelen zaken. Door de beperkte toekenning van magistraten aan de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank en door omstandigheden zijn er nu slechts zeven en binnenkort  slechts zes magistraten beschikbaar (terwijl er volgens een werklastmeting uit 2013 16 magistraten nodig zijn).  Het is onmogelijk om de toestroom van zaken (9606 in 2018) met het huidige aantal rechters te behandelen binnen de termijnen die voorheen konden aangehouden worden, aldus het persbericht. Voorrang zal worden gegeven aan kort geding en procedures zoals in kort geding, de inleidingskamer (1ste kamer) en de schikkingskamer (1ste bis kamer), de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden en insolventieprocedures (2de, 3de en 4de  kamer), en collectieve vorderingen (11de kamer). ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De rechtbank van koophandel wordt de “ondernemingsrechtbank” vanaf 1 november 2018

· Jonas Vansevenant

Op 1 november 2018 treedt de Wet van 15 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht in werking.  De wet zal onder meer het Wetboek van Koophandel ontmantelen, en de noties van “handelaar” en “daden van koophandel” vervangen door het nieuwe ondernemingsbegrip (nieuw artikel I,1° WER).  Het nieuwe ondernemingsbegrip omvat onder meer alle privaatrechtelijke rechtspersonen en natuurlijke personen die zelfstandig een beroep uitoefenen (dus ook vrije beroepen, VZW’s en stichtingen). Om het afscheid van het begrip "daden van koophandel" te belichten, gaan de rechtbanken van koophandel voortaan als "ondernemingsrechtbanken" door het leven. Het Gerechtelijk Wetboek wordt dan ook in die zin gewijzigd. Artikel 573 Ger.W. m.b.t. de materiële bevoegdheid van deze rechtbank, kreeg ook een inhoudelijke wijziging. De rechtbank van koophandel was reeds sinds 1 juli 2014 bevoegd voor geschillen tussen "ondernemingen", maar dit werd gedefinieerd als “personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven”. Door de aanknoping bij het nieuwe ondernemingsbegrip van artikel I.1, 1° WER wordt haar bevoegdheid dus verruimd.  Bovendien verdwijnt de vereiste dat het geschil betrekking moet hebben op een handeling die is verricht in het kader van de verwezenlijking van het economische doel van de onderneming. Voor ondernemingen-natuurlijke personen wordt wel een uitzondering gemaakt. De ondernemingsrechtbank zal namelijk niet bevoegd zijn voor geschillen m.b.t. handelingen die “kennelijk" vreemd zijn aan de onderneming van de natuurlijke persoon. Bij twijfel over het ondernemingskarakter van de handeling is de ondernemingsrechtbank in principe bevoegd (zie ook de memorie van toelichting). ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De rechtbank van koophandel wordt de ondernemingsrechtbank - Voorontwerp van wet van 1 december 2017

· Olivier Vanden Berghe

De Ministerraad heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd tot hervorming van het ondernemingsrecht. Wat nog overblijft van het Wetboek van koophandel zal worden opgenomen in het Wetboek van economisch recht en de achterhaalde begrippen “handelaar en daden van koophandel” zullen vervangen worden door een algemeen ondernemingsbegrip. Het is de hoedanigheid als "onderneming" die bepalend zal zijn voor de inschrijvingsplicht in het KBO, de boekhoudplicht en het insolventierecht. Dit nieuw ondernemingsbegrip zal eveneens de aanknopingsfactor zijn voor de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel, die de "ondernemingsrechtbank" zal worden. Het voorontwerp zal ter ondertekening aan de Koning worden voorgelegd voor neerlegging bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. ...

Lees de bijdrage