Actualités

Droit commercial général

Herkwalificatie van de krediet- en verzekeringsmakelaar als handelsagent – Cass 9 december 2022

In een arrest van 9 december 2022 boog het Hof van Cassatie zich over een (her)kwalificatie van een overeenkomst met een krediet- en verzekeringsmakelaar.

Een bank en een zelfstandige onderneming sloten in 2003 een agentschapscontract waarin een duidelijk onderscheid gemaakt werd tussen de activiteiten van deze onderneming als exclusief zelfstandig bankagent en haar activiteiten inzake kredietproducten en verzekeringsdossiers. In de overeenkomst werd uitdrukkelijk bepaald dat de tussenpersoon zich het recht voorbehoudt om zich voor de kredietdossiers en verzekeringsproducten vrij te richten tot instellingen van zijn keuze, dat er inzake deze dossiers geen enkele exclusiviteit noch enig voorkeurrecht tussen partijen geldt en dat de activiteit van bemiddeling inzake kredieten en verzekeringen gelet op deze volledige vrijheid van de tussenpersoon buiten het voorwerp van het agentschapscontract valt.

Het hof van beroep te Brussel oordeelde ondanks het duidelijk onderscheid dat het de wil van partijen is geweest om zowel de bankactiviteit als de krediet- en verzekeringsactiviteit onder te brengen in hetzelfde agentschapscontract. De aan de tussenpersoon toekomende opzeggingsvergoeding en uitwinningsvergoeding op basis van de bepalingen van Boek X, Titel 1 van het Wetboek Economisch Recht dienden hierdoor berekend te worden niet alleen op de vergoedingen uit de bankactiviteit, maar eveneens rekening houdend met de ontvangen vergoedingen als krediet- en verzekeringsmakelaar.

In zijn beoordeling nam het hof van beroep de volgende criteria in rekening :

  • partijen hebben slechts één overeenkomst gesloten en in de bijlagen ervan werd bedongen op welke wijze de tussenpersoon haar activiteiten als verzekeringsmakelaar in kredieten en verzekeringen diende uit te oefenen en welke procedures zij moest naleven;
  • de tussenpersoon werd ook voor de bemiddeling als makelaar in kredieten en verzekeringen vergoed onder de vorm van commissies die werden toegekend volgens het barema inzake commissielonen voor zelfstandige agenten dat eveneens aan de overeenkomst gehecht was;
  • de vergoedingen voor de krediet- en verzekeringsactiviteiten werden vermeld op dezelfde commissieborderellen en fiscale fiches als de commissie die de onderneming ontving als zelfstandig bankagent;
  • deze borderellen en fiches werden opgesteld door de bank.

Het Hof van Cassatie brengt vooreerst in herinnering dat een handelsagentuurovereenkomst, anders dan een makelaarsovereenkomst, vereist dat er sprake is van een permanente band en dat « een rechter, om een makelaarsovereenkomst te kunnen herkwalificeren naar een agentuurovereenkomst, moet vaststellen dat er sprake is van een permanente band. »

De bank verweet de appelrechters niet te hebben nagegaan of er voor wat betreft de bemiddeling in kredieten en verzekeringen een permanente band bestond tussen partijen. Zij identificeerde het feit dat er tussen partijen slechts één overeenkomst gesloten werd als voornaamste gegeven waarop de appelrechters zich gebaseerd hadden om de bemiddelingsactiviteiten te herkwalificeren als een handelsagentuuren en was van mening dat dit niet volstond.

Het Hof van Cassatie volgde deze zienswijze niet en concludeerde dat « de appelrechter die op die gronden (bovenstaande bullet-points) oordeelt dat de bank-, de krediet- en de verzekeringsactiviteiten kaderen in dezelfde agentuurovereenkomst en dezelfde contractuele relatie, aldus te kennen geeft dat ook voor wat betreft de krediet- en de verzekeringsactiviteiten een permanente band bestond tussen partijen« .

Het Hof van Cassatie lijkt hiermee aldus te stellen dat een permanente band tussen opdrachtgever en tussenpersoon kan blijken uit de nauwe contractuele wisselwerking met een andere permanente activiteit waarvoor de tussenpersoon optreedt als handelsagent (in dit geval de bankbemiddeling).

Comments are closed.