Conciliation - Bemiddeling

Droit commercial général

Bemiddeling bij de Ondernemingsrechtbank Antwerpen - Mededeling van 6 januari 2020

· . Library

De Belgische wetgever toont meer en meer belangstelling voor alternatieve geschillenbeslechting in het algemeen, en bemiddeling in het bijzonder. Zo kende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen m.o.o. de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing (B.S. 7 februari 2018) nieuwe middelen toe aan de rechter om de minnelijke oplossing van geschillen te bevorderen. Art. 205 van de wet van 18 juni 2018 voegt een nieuw lid toe aan art. 444 Ger.W.: "Zij (advocaten) informeren de rechtszoekende over de mogelijkheid tot bemiddeling, verzoening en elke andere vorm van minnelijke oplossing van geschillen. Indien zij van mening zijn dat een minnelijke oplossing van het geschil overwogen kan worden, trachten zij die in de mate van het mogelijke te bevorderen". Ook art. 731 Ger.W. ondergaat een verandering, in die zin dat het wordt vervangen door het volgende: "Het behoort tot de opdracht van de rechter om de partijen te verzoenen. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1724 tot 1737 kan iedere inleidende hoofdvordering tussen partijen die bekwaam zijn om een dading aan te gaan en betreffende zaken welke voor dading vatbaar zijn, op verzoek van een partij of met beider instemming vooraf ter minnelijke schikking worden voorgelegd aan de rechter die bevoegd is om in eerste aanleg ervan kennis te nemen. Behoudens in de gevallen bij de wet bepaald, kan de poging tot minnelijke schikking niet verplicht wordt gesteld". De wetgever voegt een nieuw art. 1723/1 aan het Ger.W. toe, dat stipuleert: "De bemiddeling is een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen met de medewerking van een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde die de communicatie vergemakkelijkt en poogt de partijen ertoe te brengen zelf een oplossing uit te werken". ...

Lire l’article

Droit commercial général

La médiation peut dorénavant être ordonnée contre la volonté d'une partie

· Olivier Vanden Berghe

La loi dite "Waterzooi" du 18 juin 2018 modifie le Code judiciaire pour encourager plus encore la médiation. L'exposé des motifs voit le règlement d’un litige par les cours et tribunaux comme un "filet de sécurité" lorsque les solutions amiables ne sont pas possibles. L'avis critique du Conseil d'Etat relevait laconiquement que la logique de l'avant projet était de faire des cours et tribunaux un mode alternatif de règlement de conflits. Ainsi, le juge pourra dorénavant (l'article en question entre en vigueur le 12 juillet 2018) ordonner le recours à la médiation même contre la volonté d'une partie (actuellement ceci suppose l’accord des parties). L'avis du Conseil d'Etat, selon lequel une médiation est par nature volontaire, n'a donc pas été suivi. Selon le gouvernement il est seulement impossible d'imposer  à une partie un accord dans le cadre d'une médiation, il est en revanche possible de lui imposer une médiation. Le juge pourra imposer une telle médiation jusqu'au mois calendrier suivant le dépôt des premières conclusions du déféndeur. Autre nouveauté qui entrera en vigueur le 1er janvier 2019: l'introduction du processus de "droit collaboratif", un processus volontaire et confidentiel de règlement des conflits par la négociation, dans lequel des "avocats collaboratifs" de chaque partie agissent dans le cadre d'un mandat exclusif et restreint seulement en vue d'un accord amiable. Les formations comme "avocat collaboratif" n'existent toutefois pas encore. ...

Lire l’article