Responsabilité - Aansprakelijkheid

Droit commercial général

Volstaat het gebrek aan bewijs van het bedrag van de schade niet om de vordering tot schadevergoeding af te wijzen? (Cass. 5 maart 2021)

· . Library

In een arrest van het hof van beroep te Gent van 4 januari 2019 wezen de appelrechters een vordering van Telenet tegen een aannemingsbedrijf af, nu het bewijs van de schade onvoldoende werd geacht. Het hof van beroep vond dat er onvoldoende maatregelen waren genomen om de schade tegensprekelijk vast te stellen, en bevond de stukken die ter staving van de schade werden voorgelegd, te eenzijdig om als afdoende bewijs van het bedrag van de schade te worden aangenomen. Het stond wel vast dat er een bepaalde schade moest zijn geweest, nu het geschil betrekking had op een door graafwerken beschadigde telecominstallatie. Het Hof van Cassatie vernietigde op 5 maart 2021 (C.20.0166.N) dit arrest op volgende gronden: "de rechter die het bestaan aanneemt van schade, veroorzaakt door een fout in de zin van artikel 1382 Oud Burgerlijk Wetboek, kan de vordering tot vergoeding van die schade niet afwijzen op de enkele grond dat de benadeelde het gevorderde bedrag niet bewijst."  ...

Lire l’article

Droit commercial général

Cass. 7 février 2020: la responsabilité de l'employeur pour le dommage causé par ses employés peut être invoquée par un autre employé de ce même employeur

· Jonas Vansevenant

Dans un jugement du 11 février 2019 le tribunal de première instance du Luxembourg, statuant en degré d’appel avait rejeté une demande fondée sur l’article 1384, alinéa 3 du code civil (la responsabilité du commettant). Un ouvrier occupé sur un chantier avait été heurté par un véhicule dans un accident de la circulation. L’assureur du conducteur avait indemnisé la personne blessée sur base de l’article 29bis de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automobiles, et se voyait par conséquence subrogé dans les droits de la victime. Puisque l'accident avait été causé par la faute d’un autre ouvrier du même employeur , donc un collègue de la victime, l’assureur avait introduit une action contre l’employeur sur base de l’article 1384, alinéa 3 du code civil. Le tribunal de première instance avait toutefois rejeté l’action subrogatoire au motif que «le dommage causé au préposé par un autre préposé n’est pas un dommage causé par un tiers». ...

Lire l’article

Droits intellectuels, Droit et Technologie

De aansprakelijkheid voor voorlopige verbodsmaatregelen uitgelegd door het EU-HvJ

· Judith Bussé

Op 12 september 2019 heeft het Europees Hof van Justitie (EU-HvJ) een arrest geveld waar, zeker in België, halsreikend naar werd uitgekeken. In haar arrest beantwoordt het EU-HvJ de prejudiciële vragen van de Hongaarse Fővárosi Törvényszék in verband met de interpretatie van “passende schadeloosstelling” in de zin van artikel 9, lid 7 van Richtlijn 2004/48 (de "Handhavingsrichtlijn") en de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door voorlopige maatregelen die door de rechter later worden herroepen of wegens enig handelen of nalaten vervallen (C-688/17). Deze voorlopige maatregelen nemen eveneens een einde wanneer de rechter later vaststelt dat er geen inbreuk of dreiging van een inbreuk op intellectuele eigendomsrechten bestaat. ...

Lire l’article

Insolvabilité

Cass. 1 februari 2019: Cassatie bevestigt de beperking van bestuurdersaansprakelijkheid voor sociale bijdragen

· Inge Vandeplas

Krachtens artikel 530, §2 W. Venn. (thans art. XX.226 WER) kunnen bestuurders, zaakvoerders en feitelijke bestuurders persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van alle op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen, bijdrageopslagen, verwijlinteresten en de vaste vergoeding bedoeld in artikel 54ter uitvoeringsbesluit RSZ-wet, indien zij in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring betrokken zijn geweest bij minstens twee faillissementen of vereffeningen waarbij eveneens de sociale bijdragen onbetaald zijn gebleven. Met de op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen worden bedoeld de bijdragen die verschuldigd zijn door de failliet verklaarde vennootschap en niet deze die verschuldigd zijn door de twee of meerdere vennootschappen die in de loop van de vijf voorafgaande jaren werden failliet verklaard. De aansprakelijkheid op basis van artikel 530 W.Venn/XX.226 WER strekt enkel tot de sociale bijdragen verschuldigde in het huidige faillissement. Een bestuurder kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van de eerder failliet verklaarde vennootschappen ook al was hij bij die faillissementen betrokken. Bijgevolg, door te oordelen dat er geen reden bestaat om de vordering te herleiden tot 181.562,49 euro, zijnde de sociale-zekerheidsbijdragen verschuldigd in het faillissement van V. nv en de eiser dienvolgens te veroordelen tot de sociale-zekerheidsbijdragen verschuldigd in de drie faillissementen, verantwoordt de appelrechter zijn beslissing niet naar recht. ...

Lire l’article