Having as author: Olivier Vanden Berghe

uw zoekopdracht wijzigen

Algemeen handelsrecht

La preuve de la moins-value d'un bien ne suppose pas sa mise en vente - Cass. 3 janvier 2018

· Olivier Vanden Berghe

Des propriétaires réclamaient une compensation pour la moins-value infligée à leur immeuble suite à  des travaux effectués par les défendeurs en infraction des règles d'urbanisme. La cour d'appel de Mons les avait débouté au motif qu'ils ne justifiaient pas d’un dommage né et actuel dès lors qu’ils n’avaient as mis leur propre bien en vente et que, partant, il n’apparaissait pas que les aménagements illégaux aient découragé des candidats acquéreurs. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De nietigheid van de overeenkomst in geval van bedrog kan partieel zijn - Cass. 23 november 2017

· Olivier Vanden Berghe

Krachtens de artikelen 1108, 1109 en 1116 Burgerlijk Wetboek is een overeenkomst die door bedrog werd verkregen nietig. In een arrest van 23 november 2017 (C.17.0389.N) heeft het Hof van Cassatie gepreciseerd dat deze nietigheid een partiële nietigheid kan zijn. Wanneer het bedrog betrekking heeft op een onderdeel van de overeenkomst en een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst mogelijk is, kan de rechter op verzoek van de benadeelde partij de nietigheid beperken tot dat gedeelte van de overeenkomst, voor zover het behoud van de gedeeltelijk vernietigde overeenkomst beantwoordt aan de bedoeling van de partijen. De partiële nietigheid wordt overigens ook voorzien in het voorontwerp van wet houdende invoeging van Boek VI "De verbintenissen" in het nieuw Burgerlijk wetboek: "Wanneer de grond van nietigheid slechts een gedeelte van het contract betreft, beperkt de nietigverklaring zich tot dat gedeelte, voor zover het contract deelbaar is, rekening houdend met de bedoeling van de partijen evenals met het doel en de strekking van de geschonden regel."   ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

L'impossibilité de restitution n'empêche pas la résolution - Cass. 17 novembre 2017

· Olivier Vanden Berghe

Dans un arrêt du 17 novembre 2017 (C.17.0090.F), la Cour de cassation a rappelé que même si en principe la résolution opère ex tunc et a pour effet que les parties doivent être replacées dans le même état que si elles n'avaient pas contracté, il se peut que, par exemple dans des contrats à prestations successives, des prestations ne soient pas susceptbles de restitution.  Ceci ne prive pas pour autant la victime  du droit de demander la résolution dudit contrat. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Een leverancier van luxeproducten mag zijn selectief distributienetwerk verbieden de producten op een internetplatform zoals Amazon te verkopen - HvJ 6 december 2017

· Olivier Vanden Berghe

Een leverancier van luxeproducten mag zijn selectief distributienetwerk verbieden de producten op een internetplatform zoals Amazon te verkopen. Dit heeft het Hof van Justitie zopas beslist in een arrest (Coty) van 6 december 2017, dat zo een lange controverse beslecht. Het Hof oordeelt dat zo'n verbod gerechtvaardigd is en niet verder gaat dan voor het in stand houden van het luxe-imago van de producten (in casu luxe cosmetica) noodzakelijk is. Het Hof herhaalt dat de hoedanigheid van luxeproducten niet alleen voortvloeit uit de materiële kenmerken ervan, maar ook uit de allure en het prestigieuze imago, die er een luxueuze uitstraling aan geven, uitstraling die kan worden aangetast in geval van verkoop online via platforms die zichtbaar van derden zijn, zoals Amazon. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Un fournisseur de produits de luxe peut interdire à son réseau de distribution sélective de vendre les produits sur une plate-forme internet comme Amazon - CJUE 6 décembre 2017

· Olivier Vanden Berghe

Un fournisseur de produits de luxe peut interdire à son réseau de distribution sélective de vendre les produits sur une plate-forme internet comme Amazon. C'est ce que vient  de décider la Cour de Justice dans un arrêt (Coty) du 6 décembre, mettant ainsi fin à une longue controverse. La Cour considère qu'une telle interdiction est appropriée et ne va pas au-delà de ce qui est nécessaire pour préserver l’image de luxe des produits (en l'espèce des produits cosmétiques de luxe). La Cour rappelle que le qualificatif de "produits de luxe" ne résulte pas seulement de leurs caractéristiques propres, mais également de l’allure et de l’image de prestige qui leur confèrent une sensation de luxe, sensation qui est susceptible d'être atteinte en cas de vente sur des plateformes tierces qui opèrent de façon visible à l’égard des consommateurs, comme Amazon. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Le tribunal de commerce devient le tribunal de l'entreprise - Avant-projet de loi du 1er décembre 2017

· Olivier Vanden Berghe

Le Conseil des ministres a approuvé, le 1er décembre 2017, un avant-projet de loi portant réforme du droit des entreprises.  Ce qui reste du Code de commerce sera intégré dans le Code de droit économique et les notions de "commerçant et actes de commerce", devenues obsolètes, seront remplacées par la notion d'entreprise. C'est la qualité d'entreprise qui déterminera le champ d'application de l'obligation d'inscription à la BCE, de l'obligation de tenir une comptabilité et du droit de l'insolvabilité. Cette nouvelle notion d'entreprise sera également le critère de rattachement pour la compétence du tribunal de commerce, qui deviendra "tribunal de l'entreprise". L'avant-projet sera être soumis à la signature du Roi pour dépôt à la Chambre des représentants. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De rechtbank van koophandel wordt de ondernemingsrechtbank - Voorontwerp van wet van 1 december 2017

· Olivier Vanden Berghe

De Ministerraad heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd tot hervorming van het ondernemingsrecht. Wat nog overblijft van het Wetboek van koophandel zal worden opgenomen in het Wetboek van economisch recht en de achterhaalde begrippen “handelaar en daden van koophandel” zullen vervangen worden door een algemeen ondernemingsbegrip. Het is de hoedanigheid als "onderneming" die bepalend zal zijn voor de inschrijvingsplicht in het KBO, de boekhoudplicht en het insolventierecht. Dit nieuw ondernemingsbegrip zal eveneens de aanknopingsfactor zijn voor de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel, die de "ondernemingsrechtbank" zal worden. Het voorontwerp zal ter ondertekening aan de Koning worden voorgelegd voor neerlegging bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Avant-projet de loi contre la parité tarifaire imposée par les plateformes de réservation en ligne aux exploitants d’hébergements touristiques

· Olivier Vanden Berghe

Le Conseil des Ministres du 23 novembre a approuvé un avant-projet de loi relatif à la liberté tarifaire des exploitants d’hébergements touristiques dans les contrats conclus avec les opérateurs de plateformes de réservation en ligne. Ces plateformes, comme Booking.com, Hotels.com, ... interdisent souvent aux exploitants de proposer en direct aux clients des tarifs plus avantageux que ceux proposés sur la plateforme. L’avant-projet vise à garantir la liberté tarifaire des exploitants d’hébergements touristiques dans les contrats conclus avec les opérateurs de plateformes de réservation en ligne. L’avant-projet est transmis pour avis au Conseil d’Etat.   Une proposition de loi déposée à la Chambre en avril visait déjà à interdire les clauses de parité tarifaire étroite entre les plateformes de réservation en ligne et les établissements d’hébergement touristique. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Voorontwerp van wet tegen de tariefpariteit opgelegd door online platformen aan de uitbaters van toeristische logies

· Olivier Vanden Berghe

De Ministerraad van 23 november heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd betreffende de tariefvrijheid van exploitanten van toeristische logies in de contracten afgesloten met platformoperatoren voor online reservatie. Deze online reservatieplatformen, zoals Booking.com, Hotels.com, ..., verbieden vaak aan de hotelexploitanten om rechtstreeks voordeliger tarieven aan te bieden. Het wetsontwerp strekt ertoe tariefvrijheid te garanderen aan de exploitanten van toeristische logies in de contracten afgesloten met de platformoperatoren voor online reservatie. Het voorontwerp van wet is voor advies overgemaakt aan de Raad van State. In april was reeds was in de kamer een wetsvoorstel ingediend om de striktepariteitsclausules te verbieden tussen onlinereserveringsplatformen en bedrijven die toeristisch logies aanbieden. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De vergoeding van de gederfde winst na de onrechtmatige beëindiging van een overeenkomst - Cass. 10 november 2017

· Olivier Vanden Berghe

In een arrest van 10 november 2017 (C.15.0318.F), onderzoekt het Hof van Cassatie het oorzakelijk verband tussen een foutieve opzegging van een overeenkomst en de door de medecontractant gederfde winst waarvoor vergoeding wordt gevraagd. Krachtens art. 1149 du Code civil is de foutieve partij gehouden de medecontractant te vergoeden voor het verlies dat hij heeft geleden en de winst die hij heeft moeten derven. Het Hof van Cassatie preciseert dat het volstaat dat de schuldeiser bewijst dat, zonder deze fout, de schade zich niet had voorgedaan zoals ze zich heeft voorgedaan, en past zodus de equivalentieleer toe (of het criterium van de conditio sine qua non), zoals bij buitencontractuele aansprakelijkheid. In het aangevochten arrest van 19 mei 2014 had het Brusselse hof van beroep de vordering afgewezen van het slachtoffer van een onrechtmatige contractverbreking. De rechters hadden geoordeeld dat hij niet aantoonde dat hij zonder deze plotse verbreking effectief binnen de voorziene termijn een conforme terminal zou hebben voltooid, of serieuze kansen zou hebben gehad om dit resultaat te bereiken, zodat hij niet gerechtigd was een vergoeding te vragen voor winstderving of voor verlies van een kans op de contractueel bedongen winst bij perfecte en volledige uitvoering van de haventerminal. Het Hof van Cassatie verbreekt het arrest, vermits het bewijs van de causaliteit niet vereist dat de eiser aantoont dat hijzelf, zonder de foutieve beëindiging van de overeenkomst, zijn overeenkomsten correct zou hebben uitgevoerd tot het einde ervan. Inzake buitencontractuele aansprakelijkheid was al vaak geoordeeld dat een rechter moet reconstrueren wat er gebeurd zou zijn zonder de fout, maar zonder de omstandigheden te wijzigen waarin de schade zich heeft voorgedaan of andere mogelijke omstandigheden in te denken. Hij moet dus bepalen wat er zou gebeurd zijn zonder de fout, mits alle andere omstandigheden ongewijzigd blijven. Deze oefening, die relatief simpel is als de schade zich ogenblikkelijk voordoet, is minder eenvoudig als de aangehaalde schade zich in de toekomst situeert. ...

Lees de bijdrage