BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN

Algemeen handelsrecht

Celui qui vend un immeuble après l'avoir transformé sans permis d'urbanisme ne commet pas nécessairement un dol - Cass. 15 octobre 2021

· Olivier Vanden Berghe

L’article 1116 de l’ancien Code civil dispose que le dol est une cause de nullité de la convention lorsque les manœuvres pratiquées par l’une des parties sont telles qu’il est évident que, sans ces manœuvres, l’autre partie n’aurait pas contracté, et que le dol, qui ne se présume pas, doit être prouvé. En l'occurence l'acquéreur d'un immeuble avait dans la perspective d’un investissement immobilier, divisé un immeuble en plusieurs logements et réalisé de travaux importants avant de les revendre, en garantissant dans l'acte de vente que les actes et travaux qu'ils avaient réalisés dans l’immeuble étaient conformes avec les prescriptions urbanistiques. L'acheteur ayant constaté après la vente que le vendeur n'avait pas demandé de permis d'urbanisme, avait demandé la nullité de la vente pour cause de dol. La cour d'appel de Mons avait retenu le dol en constatant que ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Eigen fout van de koper sluit de aansprakelijkheid van de verkoper van de gebrekkige zaak niet uit, ook niet indien er zonder deze fout geen schade zou zijn geweest

· Jonas Vansevenant

In een arrest van 7 juni 2019 beoordeelde het Hof van Cassatie de wijze waarop een eigen fout van de benadeelde koper een impact kan hebben op de aansprakelijkheid van een verkoper voor verborgen gebreken. De verkoper in kwestie leverde kettingen die ongeschikt waren voor het door de koper beoogde gebruik. Uit het cassatiearrest kan men afleiden dat het hof van beroep van Antwerpen van oordeel was dat ook de koper een fout beging door de kettingen blijvend te gebruiken in plaats van ze te vervangen door geschikte kettingen. De appelrechters stelden vast dat er in dat laatste geval geen schade zou zijn geweest en wezen de vordering tot schadevergoeding om die reden af. Het Hof van Cassatie vernietigde dit arrest en oordeelde ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Nogmaals bevestigd door Cassatie: de aansprakelijkheid wegens niet-conforme levering biedt geen soelaas voor de koper die de korte termijn voor het instellen van een vordering wegens verborgen gebreken laat verstrijken

· Jonas Vansevenant

In een arrest van 7 juni 2019 sprak het Hof van Cassatie zich uit over de wisselwerking tussen de aansprakelijkheid van de verkoper voor verborgen gebreken en zijn aansprakelijkheid voor niet-conforme levering. De koper had een stel banden gekocht, die behept waren met kerven. Deze kerven werden gekwalificeerd als een verborgen gebrek. Bijgevolg diende de vordering luidens artikel 1648 Burgerlijk Wetboek, ingesteld te worden binnen de korte termijn. De appelrechter oordeelde dat de vordering die door de koper werd ingesteld wegens verborgen gebreken,  laattijdig was. De koper trachtte echter ook een schadevergoeding te vorderen op grond van de niet-conformiteit van het goed. Voor dergelijke vordering geldt in principe de gemeenrechtelijke termijn van 10 jaar voor contractuele vorderingen, al wordt dit normalerwijze gematigd door de leer van de aanvaarding. Het hof van beroep te Brussel verklaarde de vordering wegens niet-nakoming van de verbintenis om een conforme zaak te leveren, echter ongegrond. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Het vermoeden van kennis van een verborgen gebrek geldt niet voor elke professionele verkoper, enkel voor de fabrikant en de gespecialiseerde verkoper - Cass. 7 april 2017

· Olivier Vanden Berghe

In een arrest van het Hof van Cassatie van 7 april 2017 (C.16.0311.N) werd de vaststaande rechtspraak herhaald dat de verkoper die een fabrikant of gespecialiseerde verkoper is, wordt vermoed het verborgen gebrek te hebben gekend en zich aldus voor de vrijwaring voor verborgen gebreken (art. 1641 BW) niet kan exonereren, tenzij hij bewijst dat het gebrek onmogelijk kon worden opgespoord. Interessant is dat het arrest verduidelijkt dat deze resultaatsverbintenis om het gebrek op te sporen niet rust op elke professionele verkoper. Niet elke professionele verkoper is immers noodzakelijk een fabrikant of gespecialiseerde verkoper. Het onderscheid moet de feitenrechter bepalen met als onderscheidingscriterium de specialisatiegraad en de technische competenties van de verkoper in kwestie. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De rechtstreekse vordering volgt de door de onderaannemer gecedeerde schuldvordering - Brussel 6 oktober 2017

· Olivier Vanden Berghe

In een arrest van 6 oktober 2017 (2013/AR/567) spreekt het hof van beroep te Brussel zich uit over het lot van de rechtstreekse vordering van de onderaannemer (art. 1798 BW) als deze zijn schuldvordering cedeert in toepassing van art. 1692 BW. ...

Lees de bijdrage