Artikels

Hof van Cassatie, 26/04/2018, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 276-278

·

Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen blijkt dat artikel 29ter WAM, zoals ingevoerd bij de voormelde wet van 31 mei 2017, voorziet in een aangepaste vergoedingsregel en bijgevolg geen interpretatieve …

Lees de bijdrage

Hof van beroep Brussel (5de k.), 03/11/2016, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 279-281

·

Aangezien de brandverzekeraar van de eigenaar zijn vordering tegen de verzekeraar van de huurders uitsluitend instelt als huurdersaansprakelijkheidsverzekeraar van de huurder die niet veroordeeld werd voor opzettelijke brandstichting, kan deze huurdersaansprakelijkheidsverzekeraar zich niet beroepen op artikel 8 WLVO (art. 62 W.Verz.) …

Lees de bijdrage

Hof van beroep Brussel (5de k.), 22/06/2017, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 282-284

·

De taalkundig duidelijke tekst van de algemene voorwaarden van de waarborg "rechtsbijstand uitbating – insolventie van derden" kan slechts worden gelezen en begrepen in die zin dat de verzekeraar instaat voor de volledige schade die de verzekerde lijdt ingevolge de insolventie van de derde, waarbij enkel voor materiële schade als gevolg van …

Lees de bijdrage

Hof van beroep Brussel (5de k.), 12/10/2017, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 285-288

·

Er is sprake van een partijbeslissing in de mate dat de omvang van de prestaties verricht door de advocaat ook afhangen van factoren die op het ogenblik van de contractsluiting niet vaststonden en die in de loop van de procedure verder konden evolueren. Die partijbeslissing is, in zoverre zij betwist wordt, voor rechterlijke toetsing vatbaar …

Lees de bijdrage

Hof van beroep Brussel (5de k.), 15/02/2018, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 289-294

·

Nu de verzekeraar niet aantoont dat de makelaar als mandataris van de verzekerde was aangewezen om kennisgevingen in de zin van artikel 35, § 3 WLVO (art. 89, § 3 W.Verz.) te ontvangen, is de kennisgeving van haar weigeringsbeslissing niet geldig gebeurd en is de vordering niet verjaard …

Lees de bijdrage

Hof van beroep Brussel (5de k.), 02/03/2018, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 295-298

·

Artikel 8, eerste lid WLVO (art. 62, eerste lid W.Verz.) inzake het opzettelijk schadegeval geldt niet voor de specifieke verzekering van de schade veroorzaakt door "vandalisme, kwaad opzet of door diefstal" daar het opzettelijk karakter van het schadegeval tot de omschrijving zelf van het gedekte risico behoort …

Lees de bijdrage

Hof van beroep Antwerpen, 14/03/2018, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 299-300

·

Degene die aanspraak maken op schadevergoeding dragen met toepassing van artikel 1315, eerste lid BW de last van het bewijs van het bestaan van de plicht van de verzekeringsmakelaar om zijn klant voorafgaand aan de contractsluiting en na het schadegeval te informeren. Ieder normaal voorzichtig en bedachtzaam verzekeringsmakelaar, geplaatst in …

Lees de bijdrage

Rechtbank van eerste aanleg Brussel (21ste k., burgerlijke zaken), 01/02/2017, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 301-304

·

Het feit dat in de bijzondere voorwaarden gesteld wordt dat bij het niet naleven van de preventiemaatregelen, namelijk dat de vuilnis- en asbakken moeten bestaan uit onbrandbare materialen en voorzien zijn van een deksel met automatische sluiting dat gesloten blijft, de "uitsluiting" voorzien in de clausule van de algemene voorwaarden van …

Lees de bijdrage

Rechtbank van koophandel Antwerpen (afd. Tongeren) (3de k.), 02/11/2016, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 305-309

·

De bepaling van het ogenblik van het schadegeval moet in elke concrete situatie onderzocht en bepaald worden in functie van de omstandigheden eigen aan de zaak, waarbij de nood aan rechtsbijstand moet worden bepaald in functie van de verzekerde. In casu waren er gedurende 35 jaar problemen met de lindeboom die schade veroorzaakte aan de plankier …

Lees de bijdrage

Rechtbank van koophandel Antwerpen (afd. Hasselt), 17/05/2017, R.D.C.-T.B.H., 2019/2, p. 310-315

·

Krachtens de artikelen 1, 4° jo. 1, 1° van het KB van 24 december 1992 tot uitvoering van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst is bij het beoordelen van de rechtsmacht van de rechtbank en het verbod van een arbitrageclausule bepalend of er sprake is van een ABR-polis eenvoudige risico in de zin van artikel 67, § 2 WLVO …

Lees de bijdrage