Actualiteit

Algemeen handelsrecht

Partiële nietigingverklaring door de rechter en verenigbaarheid met de partijbedoeling – Cass. 4 januari 2019

· Olivier Vanden Berghe

Het Hof van Cassatie had zich reeds uitgesproken ten gunste van de partiële nietigheid, toegepast op buitensporige concurrentiebedingen (Cass 23 januari 2015 en 25 juni 2015) en op een door bedrog tot stand gekomen overeenkomst (Cass. 23 november 2017). Telkens werd als voorwaarde gesteld dat de partiële nietigverklaring kon, mits zij beantwoordde aan de partijbedoeling. In een arrest van 4 januari 2019 (C.18.0045.N), opnieuw inzake een buitensporig concurrentiebeding (te lange duur), ...

Lees de bijdrage

Internationaal privaatrecht

Ratification par le Royaume-Uni de la Convention de La Haye du 30 juin 2005 sur les accords d'élection de for

· Guillaume Croisant

Le Royaume-Uni a déposé un instrument d'adhésion à la Convention de La Haye du 30 juin 2005 sur les accords d'élection de for le 28 décembre 2018. L’Accord de Retrait (ou « Withdrawal Agreement ») approuvé par le Conseil européen et le Gouvernement britannique a été rejeté par le Parlement britannique le 15 janvier 2019. Il prévoyait notamment que l’Union européenne notifierait aux autres parties avec lesquelles elle a conclu des accords internationaux que, pendant la période de transition (devant courir du 30 mars 2019 au 31 décembre 2020), le Royaume-Uni devrait être traité comme un Etat membre, en ce compris pour la Convention de La Haye de 2005. Le Royaume-Uni est en effet uniquement lié à cette Convention du fait de son approbation par l’Union européenne le 1er octobre 2015. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Responsabilité décennale des entrepreneurs et architectes -  une action introduite dans les 10 ans, même  devant un tribunal incompétent, empêche la décharge (Cass. 3 janvier 2019)

· Olivier Vanden Berghe

Dans un arrêt du 3 janvier 2019 (C.18.0196.F) la Cour de cassation s’est prononcée sur l’effet d’une citation devant un juge incompétent sur le délai de la responsabilité décennale des entrepreneurs et architectes. En l’occurrence, une demande en responsabilité décennale avait été intentée devant un tribunal endéans les dix ans suivant la réception des travaux, mais celui-ci s’était déclaré sans juridiction en raison d’une clause d’arbitrage, cette exception d’arbitrage ayant été confirmée ensuite en appel. Ce n’est que suite à ce rejet en appel, que la procédure en arbitrage avait été introduite, soit plus de dix ans après la réception des travaux. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie verduidelijkt de vereisten inzake duidelijkheid en begrijpelijkheid voor bedingen in leningsovereenkomsten die het wisselkoersrisico bij de consument leggen

· Gerrit Hendrickx

In twee beschikkingen d.d. 22 februari 2018, die werden gewezen in zaken C-119/17 en C-126/17, heeft het Hof van Justitie (hierna “het Hof”) bevestigd dat een beding op grond waarvan het krediet in dezelfde valuta moet worden terugbetaald het “eigenlijke voorwerp van de overeenkomst” betreft in de zin van artikel 4.2 van Richtlijn 93/13/EEG[1] (hierna “Richtlijn Oneerlijke Bedingen”). Tevens heeft het Hof verduidelijkt onder welke voorwaarden een beding waarmee het wisselkoersrisico volledig bij de kredietnemer wordt gelegd voldoet aan de vereisten inzake duidelijkheid en begrijpelijkheid. ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Richtlijn (EU) 2018/843 van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU

· Gerrit Hendrickx

In het kader van de strijd tegen terrorismefinanciering en het gebruik van offshore-entiteiten wordt met Richtlijn (EU) 2018/843 (hierna “vijfde Anti-witwasrichtlijn”) het bestaande regelgevend kader inzake de preventie van witwassen en terrorismefinanciering verder aangevuld. In de nasleep van de recente terroristische aanslagen, het gebruik van offshore-entiteiten (cfr. Panamapapers) en gelet op de nieuwe evoluties in de financieel-technologische sector wil de Europese Commissie namelijk de transparantie van financiële transacties, vennootschappen, juridische constructies, enz. verbeteren. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Les secrets d’affaires restent secrets devant les tribunaux - le nouvel article 871bis du Code judiciaire

· Olivier Vanden Berghe

Le nouvel article 871bis du Code judiciaire, une des insertions de la loi du 30 juillet 2018 relative à la protection des secrets d'affaires, qui transpose la directive 2016/943 en droit belge, a pour but de protéger la confidentialité des secrets d’affaires utilisés dans des procédures. Il est à présent possible de demander au juge de qualifier de confidentiels des documents contenant des secrets d’affaires, ...

Lees de bijdrage

Insolventie

Orb. Gent (afd. Gent) 6 december 2018 - Insolventie van de vrije beroepsbeoefenaar: kan hij van twee walletjes eten?

· Inge Vandeplas

Vroeger kon de vrije beroepsbeoefenaar enkel beroep doen op de collectieve schuldenregeling (CSR). De andere insolventieprocedures, i.e. faillissement en gerechtelijke reorganisatie, stonden enkel open voor kooplieden. Echter, sinds 1 mei 2018 kunnen vrije beroepsbeoefenaars ook beroep doen op de collectieve insolventieprocedures voor ondernemingen. Dit is een onmiddellijk gevolg van de uitbreiding van het begrip onderneming in art. I.1, 1° WER. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De plaats en de aard van de activiteiten van de handelsagent (Hof van Justitie, arrest van 21 november 2018, C‑452/17)

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat

Artikel 1, lid 2 van de Agentuurrichtlijn  86/653/EEG bepaalt: "Handelsagent in de zin van deze richtlijn is hij die als zelfstandige tussenpersoon permanent is belast met het tot stand brengen van de verkoop of de aankoop van goederen voor een ander, hierna te noemen „principaal", of met het tot stand brengen en afsluiten van de verkoop of aankoop van goederen voor rekening en in naam van de principaal". In een arrest van 21 november 2018 (C-452/17) heeft het Europees Hof van Justitie geantwoord op enkele prejudiciële vragen van de rechtbank van koophandel van Luik (ondertussen omgedoopt tot "ondernemingsrechtbank") inzake het toepassingsgebied van de Agentuurrichtlijn. Ten eerste verduidelijkt het Hof dat de plaats van waaruit de activiteit worden uitgeoefend niet bepalend is, zodat ook degene die deze activiteit uitoefent vanuit het bedrijf van de principaal als handelsagent kan worden beschouwd, voor zover dit niet belet dat de activiteit zelfstandig worden uitgeoefend. Ten tweede verduidelijk het Hof dat de persoon die deze activiteit uitoefent een handelsagent is, zelfs als hij daarnaast ook activiteiten verricht van andere aard die er niet aan ondergeschikt zijn. Opnieuw is dit echter énkel het geval indien deze omstandigheid niet belet dat zij de activiteiten die eigen zijn aan een handelsagent op zelfstandige basis verricht. ...

Lees de bijdrage

Verzekeringen

La loi transposant la directive 2016/97 sur la distribution d'assurances enfin publiée au Moniteur belge

· Béatrice Toussaint

La directive (UE) 2016/97 du Parlement européen et du Conseil du 20 janvier 2016 sur la distribution d'assurances (« IDD/DDA ») est transposée (avec plusieurs mois de retard) en droit belge par une loi du 6 décembre 2018 (M.B. 18 décembre 2018). ...

Lees de bijdrage

Bank en financieel recht

Hof van Justitie 4 oktober 2018, Zaak: C-191/17, Bundeskammer für Arbeiter und Angestellte (Austria)/ING-DiBa Direktbank Austria Niederlassung der ING-DiBa AG

· Arnaud Derochette

In een arrest van 4 oktober 2018 deed het Europees Hof van Justitie (hierna “het Hof”), in een verzoek tot prejudiciële beslissing, uitspraak over de draagwijdte van artikel 4, punt 14 van Richtlijn (EU) 2015/2366[1] (hierna “Betalingsdienstenrichtlijn”). De feiten van de zaak waren de volgende. De ING-DiBa Direktbank (hierna: “ING”) biedt online-spaarrekeningen aan waarbij de rekeninghouder direct en zonder medewerking van de betalingsdienstaanbieder geld kan storten of opnemen. Deze transacties moeten steeds worden uitgevoerd via zogenaamde tussenrekeningen geopend op naam van de klant. Overboekingen naar derden zijn echter uitgesloten voor deze rekeningen, men kan alleen geld overmaken naar de eigen tussenrekening. Het hoofdgeding had betrekking op de bedingen in de algemene voorwaarden die worden gebruikt in de overeenkomsten tot opening van een dergelijke spaarrekening. Volgens de federale kamer voor arbeiders en andere werknemers zijn sommige van deze bedingen onrechtmatig omdat zij in strijd zouden zijn met het ZaDiG, die de Richtlijn Betalingsdiensten omzet in het Oostenrijks recht. Alvorens de nationale rechter kan oordelen over de toepasselijkheid van het ZaDiG, rijst de vraag of deze online-spaarrekeningen als “betaalrekeningen” kunnen worden beschouwd in de zin van de Richtlijn betalingsdiensten. ...

Lees de bijdrage