Having as author: . Library

Modifier votre recherche

Droit commercial général

Openbare databank van vonnissen en arresten - applicatie Jure-Juridat verdwijnt en wordt vervangen door "JUPORTAL"

· . Library

Vanaf 15 december 2020 verdwijnt de oude applicatie Jure-Juridat van de FOD justitie. Deze webapplicatie was aanvankelijk te raadplegen op het adres http://jure.juridat.just.fgov.be, en men kon er voornamelijk rechtspraak van het Hof van Cassatie en selecte rechtspraak van de hoven van beroep en arbeidshoven terugvinden. Deze webapplicatie gebruikte Adobe Flash voor het merendeel van zijn functionaliteiten, een platform dat al enkele jaren in onbruik was geraakt. Adobe kondigde in juli 2017 aan dat zij tegen eind 2020 zou stoppen met de ondersteuning van Flash. Ook internetbrowsers  stoppen dan (of stopten reeds eerder) met het ondersteunen van deze technologie, waardoor het nodig was deze webapplicatie te vervangen. Jure-Juridat wordt vervangen door "JUPORTAL", wat volgens FOD Justitie staat voor JUrisprudence Publique/Openbare Rechtspraak/Öffentliche Rechtsprechung PORTAAL. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Le tribunal de l'entreprise francophone de Bruxelles déclare recevable une action en réparation collective à l'encontre de Ryanair - Trib entr. fr. Bruxelles 8 décembre 2020

· . Library

L'action en réparation collective, s'inspirant de la class action anglo-saxonne, a été introduite dans notre droit depuis le 1er septembre 2014. Parmi les lois et règlements pouvant fonder une telle action figure le Règlement (CE) 261/2004 en matière d'indemnisation et d'assistance en cas de refus d'embarquement et d'annulation ou de retard important d'un vol. Ce Règlement prévoit notamment des compensations forfaitaires entre 250 et 600 EUR par passager, selon la distance du vol affecté, en plus de services devant être offerts par la compagnie aérienne. En 2018 le personnel belge de Ryanair a mené plusieurs grèves, ayant affecté de nombreux vols et Ryanair aurait systematiquement refusé de payer les indemnisations prévues dans le Règlement (CE) 261/2004. Test-Achats, pouvant agir en qualité de représentant du groupe de consommateurs en vertu de l'article XVII.39 CDE, a intenté une action en réparation collective devant le tribunal d'entreprise francophone de Bruxelles. Dans son jugement du 7 décembre 2020 le tribunal de l'entreprise ...

Lire l’article

Droit commercial général

Un modèle harmonisé d’action collective dans tous les États membres - projet de directive relative aux actions représentatives dans le domaine de la protection des intérêts collectifs des consommateurs

· . Library

Le 24 novembre 2020, le Parlement européen a approuvé le projet de directive relative aux actions représentatives dans le domaine de la protection des intérêts collectifs des consommateurs. Cette directive, qui fait partie du "New Deal for Consumers", fait suite à une récente série de scandales liés à la violation des droits des consommateurs par des multinationales. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Grenzen aan de derde-medeplichtigheid aan contractbreuk - Cass. 30 oktober 2020

· . Library

De derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk concretiseert de tegenwerpelijkheid van het bestaan van overeenkomsten: derden moeten het bestaan en de gevolgen van een overeenkomst erkennen. Dit principe staat sinds de erkenning ervan in de rechtspraak op gespannen voet met de relativiteit van overeenkomsten gehuldigd in artikel 1165 BW. In een arrest van 30 oktober 2020 (C.20.0176) wijst het Hof van Cassatie op het verschil tussen een tegenwerpelijke overeenkomst (waarvan de derde het bestaan moet erkennen en respecteren) en een overeenkomst die de derde nadeel toebrengt en hem aldus niet tegenwerpelijk is, zodat er geen sprake kan zijn van derde-medeplichtigheid. De nv Parking Nova vertrouwde de uitbating van "Parking Station Zoo" toe aan de nv Beheerscentrale. De uitbatingsovereenkomst bevatte een aankoopverbod  op grond waarvan Beheerscentrale (en aanverwante vennootschappen)  zich tijdens de duur van de exploitatie moest onthouden van het aankopen van andere parkeerplaatsen. Klaarblijkelijk kocht Beheerscentrale in strijd met het verbod (wellicht naburige) parkeerplaatsen op van een aantal eigenaars. Deze eigenaar-verkopers werden door Parking Nova gedagvaard wegens derde-medeplichtigheid aan contractbreuk. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Eerste veroordeling van verkoopsweigering wegens misbruik van economische afhankelijkheid (nieuwe B2B wet) - Vz. Orb. Gent 28 oktober 2020

· . Library

In een beslissing van 28 oktober 2020, wellicht een eerste toepassing van de nieuwe B2B wet van 4 april 2019, heeft de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank te Gent, zetelend zoals in kortgeding, een veroordeling uitgesproken steunend zowel op het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid (art. IV.2/1 WER), in werking getreden op 22 augustus 2020, als op het eerder bestaand algemeen verbod op oneerlijke markpraktijken tussen ondernemingen (art. VI.104 WER). Een Belgische onderneming actief in ontwerp en verhandeling van onder meer kinderkledij had eenzijdig en zonder aankondiging geweigerd om de bestellingen uit de wintercollectie 2020 te leveren aan een handelaar die een kleinhandelszaak uitbaatte. De weigering tot levering volgde op de onmiddellijke beëindiging van de handelsrelatie door de leverancier op grond van vermeende betalingsmoeilijkheden in hoofde van de kleinhandelaar. De leverancier verwees in dit verband naar zijn algemene voorwaarden die hem zouden toelaten de gehele bestelling en nog lopende overeenkomsten te annuleren indien het vertrouwen in de kredietwaardigheid van de klant geschokt wordt. ...

Lire l’article

Droit commercial général

De grenzen van het ambtshalve rechterlijke handelen bij een overeenkomst in strijd met de openbare orde - Cass. 4 september 2020

· . Library

In zijn arrest van 4 september 2020 (nr. C.19.0613.N) verschafte het Hof van Cassatie enkele nuttige verduidelijkingen aangaande de correcte handelswijze van de rechter die geconfronteerd wordt met een overeenkomst die strijdig is met de openbare orde. Het onderliggende geschil betrof een aannemingsgeschil waarbij het aannemingsbedrijf zich blijkbaar verbonden had tot activiteiten waarvoor luidens de Wet van 20 februari 1939 de verplichte tussenkomst van een architect vereist was (die er niet was). De onenigheid tussen het aannemingsbedrijf en de bouwheer betrof de al dan niet correcte uitvoering van de overeenkomst. De aannemer vorderde de betaling van een openstaande factuur, terwijl de bouwheer een schadevergoeding voor niet-uitvoering wenste te bekomen. Geen van beide partijen vorderde de nietigheid van de overeenkomst. Het hof van beroep te Gent had de niet-naleving van de wet van 20 februari 1939 echter ambtshalve opgeworpen en de debatten heropend. Ook na de heropening van de debatten vorderden de partijen niet de nietigheid van de overeenkomst. Het hof van beroep verklaarde daarop de overeenkomst ambtshalve nietig, en veroordeelde de aannemer tot restitutie van een bedrag gelijk aan het bedrag van de schadevergoeding bij equivalent die gevorderd werd door de bouwheer. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Bewijs van eenzijdige verbintenissen volgens art. 1326 BW - de aard van de verbintenis, niet de hoedanigheid van de ondertekenaar, is bepalend voor de uitzondering voor kooplieden - Cass. 29 mei 2020

· . Library

In zijn arrest van 29 mei 2020 (C.19.0312.N) diende het Hof van Cassatie een oordeel te vellen over de correcte interpretatie van de bewijsregel van artikel 1326 (oud) BW. Luidens deze bepaling dient de akte houdende een eenzijdige verbintenis om een geldsom of in geld waardeerbare zaak te betalen geheel met de hand van de ondertekenaar geschreven te zijn of moet ze minstens, benevens zijn handtekening, een met de hand geschreven "goed voor" of een "goedgekeurd voor" bevatten, waarbij de som of de hoeveelheid van de zaak voluit in letters is uitgedrukt. In het tweede lid van artikel 1326 wordt BW echter een uitzondering gesteld op deze vormvereiste "ingeval de akte uitgaat van kooplieden, ambachtslieden, landbouwers, wijngaardeniers, dagloners of dienstboden."  Het Hof van Cassatie oordeelde dat deze uitzondering, voor wat betreft de kooplieden, is verbonden met de aard van de verbintenis en niet met de hoedanigheid van de ondertekenaar.  Een arrest van het hof van beroep te Antwerpen, waar in omgekeerde zin werd geoordeeld, werd dan ook vernietigd. Art. 8.21 van het nieuw BW (dat in werking treedt op 1 november 2020) is analoog aan artikel 1326 oud BW (met de uitzondering van de formule “goed voor” of “goedgekeurd voor”, die niet meer vereist is). Het uitzonderingsregime "Bewijs door en tegen ondernemingen" wordt vooortaan geregeld in art. 8.11 Nieuw BW. ...

Lire l’article

Droit commercial général

De verjaringstermijn van de drinkwaterfactuur vangt aan op de dag van levering - Cass. 4 september 2020

· . Library

In een arrest van 4 september 2020 werd het Hof van Cassatie verzocht zich uit te spreken over de verjaring van de betalingsverplichting voor waterlevering. De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (De Watergroep) misliep in graad van beroep immers de betaling van een factuur voor haar levering. De toepasselijkheid van de vijfjarige termijn van artikel 2277 BW werd in graad van beroep niet betwist, wel riep De Watergroep in dat de factuurdatum het vertrekpunt voor die termijn zou vormen. Het Hof van Cassatie volgde deze zienswijze evenwel niet en verwees naar de regels inzake koop. Krachtens artikel 1651 BW moet, indien bij het aangaan van de koop niets daaromtrent is bedongen, de koper betalen op de plaats en het tijdstip voor de levering bepaald. Hieruit leidde het Hof van Cassatie af dat de verjaring van de vordering strekkende tot betaling van de prijs van verkochte goederen, loopt vanaf de levering van deze goederen, behoudens andersluidende overeenkomst. Het hof van beroep te Gent had in het bestreden arrest op gelijkaardige wijze geoordeeld. Het Cassatieberoep van De Watergroep werd dan ook afgewezen. ...

Lire l’article

Droit commercial général

De bewijslastverdeling tussen hem die de uitvoering van een verbintenis vordert en hem die de bevrijding van zijn verbintenis vordert - Cass. 7 september 2020

· . Library

Artikel 1315 B.W. bepaalt: "Hij die de uitvoering van een verbintenis vordert, moet het bestaan daarvan bewijzen. Omgekeerd moet hij die beweert bevrijd te zijn, het bewijs leveren van de betaling of van het feit dat het tenietgaan van zijn verbintenis heeft teweeggebracht." In een arrest van 7 september 2020 (C.19.0147.N) sprak het Hof van Cassatie zich impliciet uit over de verhouding tussen de twee zinnen van artikel 1315 B.W. Het onderliggende geschil betrof een aannemingsgeschil waarbij de aannemer de betaling vorderde van vermeendelijk overeengekomen meerwerken en de opdrachtgever op zijn beurt beweerde dat deze werken of een gedeelte ervan niet werden uitgevoerd. Het Antwerpse hof van beroep kende de vordering van de aannemer toe aangezien "de opdrachtgever niet aantoont dat de aangerekende meerwerken niet werden uitgevoerd, noch dat de aangerekende prijs niet overeenstemt met de daadwerkelijk uitgevoerde werken aan de overeengekomen eenheidsprijzen". Om tot deze beslissing te komen hadden de appelrechters enerzijds vastgesteld dat de uitvoering van de uiteindelijke werken door de opdrachtgever aanvaard werden, maar anderzijds dat de opdrachtgever zowel de vorderingsstaat als de eindafrekening van de meer- en minderwerken geprotesteerd had. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Aanvangspunt interesten in geval van ontbinding koopovereenkomst - Cass. 18 juni 2020

· . Library

In een arrest van 18 juni 2020 (C.19.0505/N) werd het Hof van Cassatie verzocht zich uit te spreken over het ogenblik waarop de nalatigheidsinteresten bij terugbetaling van de koopprijs wegens ontbinding van een koopovereenkomst beginnen te lopen. De verkoper voerde aan dat zij slechts gehouden is tot betaling van de interesten vanaf de ingebrekestelling, en bij gebreke daaraan, vanaf de dagvaarding. De kopers daarentegen meenden dat de verkoper zich reeds bij het sluiten van de koopoverenkomst schuldig gemaakt had aan de ernstige wanprestatie  door zich voor te doen als enige aandeelhouder-verkoper en de interesten derhalve vanaf dat ogenblik verschuldigd zijn. ...

Lire l’article