PROCÉDURE JUDICIAIRE

Droit commercial général

De toekenning van een rechtsplegingsvergoeding boven het basisbedrag moet gemotiveerd worden - Cass. 18 juni 2021

· Olivier Vanden Berghe

Krachtens artikel 1022, derde lid, Gerechtelijk Wetboek kan de rechter bij een met bijzondere redenen omklede beslissing een rechtsplegingsvergoeding toekennen die afwijkt van het basisbedrag, zonder de maximum- en minimumbedragen te overschrijden. In een arrest van 18 juni 2021 (C.20.0579.N) preciseert het Hof van Cassatie dat de toekenning van een hogere rechtsplegingsvergoeding moet gemotiveerd zijn zelfs als de veroordeelde  partij het gevorderde bedrag van de rechtplegingsvergoeding niet heeft betwist en voor zichzelf ook een rechtsplegingsvergoeding heeft gevorderd die hoger is dan het basisbedrag.   ...

Lire l’article

Droit commercial général

De rechter dient niet ambtshalve na te gaan of een partij die niet verschijnt op de pleitzitting de neergelegde conclusies heeft ontvangen - Cass. 23 april 2021

· Olivier Vanden Berghe / Jonas Vansevenant

In een cassatiearrest van 23 april 2021 verschafte het Hof van Cassatie enkele verduidelijkingen aangaande de taak van de rechter wanneer een partij niet verschijnt op de pleitzitting. Luidens het verzoekschrift lag een nogal ongelukkig procedureverloop aan de oorzaak van het cassatieberoep. De verwerende partij in eerste aanleg was aanvankelijk vertegenwoordigd door een raadsman. Er volgde een vonnis waartegen de oorspronkelijke eisende partijen beroep instelden. Bij ontvangst van het beroepsverzoekschrift gaf de advocaat te kennen niet langer op te treden voor de oorspronkelijke verwerende partij. Er werden wel conclusietermijnen en een rechtsdag vastgesteld. De overige partijen legden beroepsconclusies neer, ...

Lire l’article

Droit commercial général

Verhoging van de rechtsplegingsvergoeding met 10% vanaf 1 juni 2021

· Olivier Vanden Berghe / Jonas Vansevenant

Luidens artikel 8 van het KB van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding zijn de basis-, minimum- en maximumbedragen gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (basis 2004). Telkens wanneer het indexcijfer met 10 punten stijgt of daalt, worden deze bedragen met 10 procent vermeerderd of verminderd. De vorige verhoging dateerde van juni 2016. Nu de index van de consumptieprijzen van mei 2021 (basis 2004) 10 punten boven die van de vorige verhoging uitstijgt, ...

Lire l’article

Droit commercial général

DPA-Deposit niet meer verplicht vanaf 12 januari 2020 - RvSt 12 december 2019

· Olivier Vanden Berghe - Sebastian Tytgat

Op 3 december 2018 stelde een vijftal advocaten een vernietigingsberoep in tegen het KB van 9 oktober 2018 tot wijziging van het KB van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter Ger.W. en van het MB van 9 oktober 2018 tot wijziging van het MB van 20 juni 2016 tot bepaling van de inwerkingstelling van het e-Box netwerk en het e-Deposit systeem. In haar arrest van 12 december 2019 vernietigde de Raad van State art. 4 van het KB van 9 oktober 2018 en art. 1 van het MB van 9 oktober 2019, waardoor de verplichting voor advocaten om bijvoorbeeld voor de elektronische neerlegging van een conclusie gebruik te maken van het DPA-platform (en dus niet meer rechtstreeks van E-Deposit). ...

Lire l’article

Droit commercial général

Invoering van een publieke databank voor beslissingen van de rechterlijke macht - Wet van 5 mei 2019

· Jonas Vansevenant

Invoering van een algemene publieke databank voor gerechtelijke beslissingen De wet van 5 mei 2019 “tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en het Gerechtelijk Wetboek wat de bekendmaking van de vonnissen en arresten betreft” werd gepubliceerd op 16 mei 2019. De belangrijkste vernieuwing bestaat erin dat rechterlijke beslissingen in de regel zullen dienen te worden opgenomen in een “publiek toegankelijke elektronische databank  van vonnissen en arresten van de rechterlijke orde”.   Uit de beslissing worden de gegevens die de rechtstreekse identificatie van de partijen en de andere personen betrokken in de zaak toelaten, weggelaten. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Caractère appelable d'un jugement avant dire droit - Cass. 19 janvier 2018

· Olivier Vanden Berghe

Depuis le 1er novembre 2015 un appel contre une décision rendue sur la compétence ou une décision avant dire droit, ne peut être formé qu'avec l'appel contre le jugement définitif (art. 1050, al. 2 Code judiiciaire). La notion de jugement définitif implique qu'il épuise la juridiction du juge sur une question litigieuse, et que le point sur lequel porte la décision ait été soumis au débat. Dans un arrêt du 19 janvier 2018 la Cour de cassation casse une décision qui avait considéré un appel comme étant prématuré, au motif qu’il y avait eu devant le premier juge absence de tout débat sur la recevabilité d'un recours, alors que le premier juge avait dit le recours recevable après que le demandeur lui avait demandé de « statuer ce que de droit quant à la recevabilité du recours ». ...

Lire l’article

Droit commercial général

Le Brussels International Business Court tranchera, en anglais, des litiges commerciaux transfrontaliers

· Olivier Vanden Berghe

Sur proposition du ministre de la Justice Koen Geens, le Conseil des ministres du 27 octobre 2017 a approuvé un avant-projet de loi instaurant la Brussels International Business Court, un tribunal spécialisé qui tranchera des litiges commerciaux transfrontaliers, en anglais, en premier et dernier ressort. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Recouvrement de dettes d'argent non contestées: le recouvrement classique par voie judiciaire reste possible - Cass. 13 octobre 2017

· Olivier Vanden Berghe

La nouvelle procédure de recouvrement extrajudiciaire de dettes d'argent non contestées est entrée en vigueur le 2 juillet 2016 (art. 1394/20 et suivants Code judiciaire). Certains tribunaux considèrent que lorsqu'une créance tombe sous le champ d'application de cette nouvelle procédure, le créancier doit y avoir recours, et ne peut plus suivre la procédure classique de recouvrement par voie judiciaire. Ainsi, le tribunal de commerce de Gand, division Courtai a, dans un jugement du 27 octobre 2016, condamné par défaut un débiteur au paiement de la créance, tout en laissant les dépens à charge du créancier, au motif qu'il n'avait pas fait usage de la procédure de recouvrement extrajudiciaire pour créances incontestées. Le tribunal relève que la propre  citation du demandeur qualifie la créance de non contestée, certaine et exigible et que l'intention expresse du législateur était de soulager le tribunal de commerce de ce qui est étranger à sa tâche principale, à savoir trancher des litiges. Le tribunal en déduit que des frais inutiles ont été faits, comme les frais de citation. Dans un  arrêt du 13 octobre 2017 (C.17.0120.N) la Cour de cassation annule ce jugement en ce qu'il met à charge du demandeur les frais d'instance. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Grondwettelijk Hof 9 februari 2017

· Olivier Vanden Berghe

Zaak: 13/2017 Het Grondwettelijk Hof vernietigt de wet van 28 april 2015 tot wijziging van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen. Een rolrecht is een belasting die wordt geheven ten laste van de rechtzoekende die een vordering bij een rechtscollege inleidt. Het rolrecht is een speciaal recht dat verschuldigd is als bijdrage in de kosten van de rechtspleging. Voortaan zijn rolrechten niet langer alleen afhankelijk van de aard van het rechtscollege waarbij het geschil aanhangig wordt gemaakt, maar staan ze tevens in verhouding tot de waarde van het geschil (m.u.v. familierechtbank). De waarde van de vordering wordt door de eisende partij geschat in een pro-fisco-verklaring. Met de bestreden hervorming wenste de wetgever het systeem van de rolrechten te vereenvoudigen en de rechtzoekende te responsabiliseren. Tevens had hij een budgettair oogmerk: hij wilde de rolrechten in verhouding brengen met de werkingskosten van de rechtspraak. Met andere woorden, door de rolrechten te laten differentiëren naar gelang van de waarde van de vordering betrachtte de wetgever aldus de rolrechten in overeenstemming te brengen met de vermoede inspanning en kosten van het gerechtelijk apparaat. Het Grondwettelijk Hof heeft echter vastgesteld dat het criterium van de waarde van de vordering niet pertinent is om de voormelde hoofddoelstelling van de wetgever te realiseren. Vorderingen met een beperkte financiële inzet kunnen immers een ingewikkeld karakter vertonen en een hoge werklast voor het gerechtelijk apparaat meebrengen. Omgekeerd kan de behandeling van vorderingen met een hoge financiële inzet eenvoudig lijken. Het Grondwettelijk Hof vernietigt dus de omstreden wet, maar, om budgettaire en praktische moeilijkheden te vermijden, handhaaft het de gevolgen van deze wet tot 31 augustus 2017 ten aanzien van de vorderingen die bij een rechtscollege zijn ingesteld tot die datum. De wetgever heeft tot die datum om een andere regeling aan te nemen. ...

Lire l’article