Uncategorized

Insolvabilité

Cass. 18 juni 2020, nr. C.19.0322.N/2: betwisting na aangifte van schuldvordering in faillissement

· Inge Vandeplas

De aangifte van schuldvordering binnen faillissement is, in beginsel, een onherroepelijke rechtshandeling die belet dat de schuldvordering nog kan worden betwist. De mogelijkheden om de schuldvorderingen te betwisten zijn beperkt tot situaties waarin de aanvaarding het gevolg is van bedrog of arglist van de indiener, of heeft plaatsgehad wegens bedrog of arglist nietige handelingen, hetzij wanneer regels van openbare orde zijn miskend, hetzij nog wanneer overmacht heeft belet dat de waarheid aan het licht wordt gebracht. ...

Lire l’article

Insolvabilité

Cass. 10 april 2020: kracht van gewijsde faillissementsvonnis

· Inge Vandeplas

In dit cassatiearrest oordeelt het Hof van Cassatie over het moment waarop een faillissementsvonnis in kracht van gewijsde gaat en de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen een faillissementsvonnis. Artikel 28 Ger.W. stelt dat "iedere beslissing gaat in kracht van gewijsde zodra zij niet meer voor verzet of hoger beroep vatbaar is, behoudens de uitzonderingen die de wet bepaalt en onverminderd de gevolgen van de buitengewone rechtsmiddelen." Het volgt uit deze bepaling dat een uitspraak niet in kracht van gewijsde gaat zolang dit vonnis vatbaar blijft voor verzet of hoger beroep uitgaande van de gefailleerde. ...

Lire l’article

Insolvabilité

Cass. 12 maart 2020: te laat kan geen kwaad voor hypothecaire schuldeisers

· Inge Vandeplas

In dit arrest lost het Hof van Cassatie een twistpunt op met betrekking tot een late of vergeten aangifte van schuldvordering van een hypothecaire schuldeiser. De algemene regel is dat schuldeisers tijdig aangifte moeten doen van hun schuldvordering om in aanmerking te komen voor uitdeling (art. 62 Faill. W., thans art. XX.155 WER). Daarnaast geldt dat schuldeisers die in gebreke blijven om hun schuldvordering aan te geven of te bevestigen, niet in aanmerking komen voor de uitdelingen in het faillissement (art. 72 Faill. W., thans art. XX.165 WER). Deze bepaling staat in contrast met artikel 1326 van het Gerechtelijk Wetboek op basis waarvan de verkoop door de curator van de onroerende goederen van de gefailleerde van rechtswege de overwijzing meebrengt van de prijs ten behoeve van de ingeschreven hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers en de zuivering van de genomen inschrijvingen. Door deze twee bepalingen rees de vraag of hypothecaire schuldeisers die laattijdige of geen aangifte hadden gedaan van hun schuldvordering in het faillissement, nog aanspraak konden maken op de toewijzing van artikel 1326 van het Gerechtelijk Wetboek. Hierop antwoordt het Hof van Cassatie nu bevestigend. Het Hof is van oordeel dat uit deze bepalingen volgt dat "hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers niet kunnen uitgesloten worden van de verdeling of de rangregeling van de verkoopopbrengst van de bezwaarde onroerende goederen om reden dat zij geen tijdige aangifte hebben gedaan van hun schuldvordering." Met deze beslissing wordt dus een einde gemaakt aan deze discussie en kunnen we vaststellen dat voor een hypothecaire schuldeiser in deze context het concept "te laat" niet bestaat.     ...

Lire l’article

Insolvabilité

Cass. 16 januari 2020: de kracht van het retentierecht

· Inge Vandeplas

Op 16 januari 2020 heeft het Hof van Cassatie zich uitgesproken over de uitoefening van het retentierecht tijdens de faillissementsprocedure. De feiten waren als volgt: Verweerster oefende het retentierecht uit op bepaalde goederen van de schuldenaar ter garantie van een enkele onbetaalde facturen. Vervolgens werd de schuldenaar failliet verklaard en verweerster liet na om haar schuldvordering aan te geven in het faillissement. Hierna werd tussen de verweerster en de curatoren (eisers) overeengekomen om de goederen te verkopen, uit de koopsom het onbetwist gedeelte van de schuldvordering van de verweerster te betalen en het betwist gedeelte te storten op een geblokkeerde rekening in afwachting van de beslechting van de betwisting. De eerste rechter verklaarde de vordering van de verweerster gegrond en oordeelde dat het retentierecht rechtmatig werd uitgeoefend. Daarna verzetten de curatoren zich tegen de vrijgave van de geblokkeerde gelden, omdat de verweerster naliet aangifte te doen van haar schuldvordering in het faillissement zodat haar vordering is verjaard. ...

Lire l’article

Droit des sociétés

KB houdende aanduiding van de na te leven code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen

· David Haex

Op 17 mei 2019 werd het koninklijk besluit van 12 mei 2019 houdende aanduiding van de na te leven code inzake deugdelijk bestuur door genoteerde vennootschappen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Artikel 3:6, §2 Wetboek vennootschappen en verenigingen (WVV) verplicht genoteerde vennootschappen (nl. vennootschappen waarvan de aandelen, winstbewijzen of de certificaten die betrekking hebben op deze aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, zie art. 1:11 WVV) om in hun jaarverslag een verklaring inzake deugdelijk bestuur op te nemen. ...

Lire l’article

Insolvabilité

Cass. 2 november 2018: eigendomsvoorbehoud en de kwijting van de curator

· Inge Vandeplas

De feiten van voorliggend arrest betreffen een niet-betaalde verkoper en zijn aangifte van schuldvordering. Binnen het faillissement had de verkoper aangifte gedaan en was hij erkend als bevoorrecht schuldeiser. Vervolgens wordt de curator kwijtgescholden op de sluitingsvergadering. Tijdens deze vergadering was de niet-betaalde verkoper afwezig en liet hij geen opmerkingen gelden. Echter, na de sluiting van het faillissement vordert de betrokken schuldeiser een schadevergoeding voor miskenning van zijn eigendomsrecht. Deze schadevergoeding wordt toegekend door het hof van beroep. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

De Belgische prospectusregelgeving aangepast in overeenstemming met de Nieuwe Prospectusverordening

· Gerrit Hendrickx

Met de Verordening (EU) 2017/1129[1] (hierna “Nieuwe Prospectusverordening”), die op 20 juli 2017 in werking trad en waarvan het merendeel van de bepalingen toepassing zullen vinden met ingang van 21 juli 2019, wordt de Richtlijn 2003/71/EG[2] (hierna “Prospectusrichtlijn”) ingetrokken met ingang van 21 juli 2019 en wordt de Europese regelgeving inzake het prospectus aangepast.   Volgend op de inwerkingtreding en toepassing van de Nieuwe Prospectusverordening moet het Belgisch recht en, meer bepaald, de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt[3] (hierna “Prospectuswet”), waarin de Prospectusrichtlijn werd omgezet, in overeenstemming worden gebracht met de vernieuwde Europese regelgeving. ...

Lire l’article

Insolvabilité

Aangifte in faillissement van een schuld gewaarborgd door een zakelijke borg

· Inge Vandeplas

Op 31 mei 2018 heeft het Hof van Cassatie zich uitgesproken over artikel 63, tweede lid Faillissementswet en meer bepaald of de verplichting voor wat betreft schuldvorderingen gewaarborgd door een persoonlijke zekerheid (art. 63, tweede lid Faill. W.) kan worden uitgebreid naar zakelijke zekerheidstellingen voor andermans schuld. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Technisch advies ESMA inzake nieuwe prospectusverordening

· David Haex

De European Securities and Markets Authority ("ESMA") heeft op 28 maart 2018 haar technisch advies betreffende de vorm en inhoud van prospectussen onder het nieuw prospectusregime ingediend bij de Europese Commissie (link). ...

Lire l’article

Droit des sociétés

Grensoverschrijdende zetelverplaatsing - Nieuw arrest Europees Hof van Justitie

· David Haex

Het Europees Hof van Justitie heeft vandaag via haar uitspraak in de Polbud zaak (C-106/16) verder vorm gegeven aan de toepassing van de vrijheid van vestiging van vennootschappen. De zaak betreft een Poolse vennootschap die haar statutaire zetel wou verplaatsen naar Luxembourg met behoud van rechtspersoonlijkheid (zonder verplaatsing van haar werkelijke zetel). De schrapping uit het Pools handelsregister is volgens de Poolse wetgeving echter afhankelijk van de ontbinding van de vennootschap na een liquidatieprocedure. In het arrest stelt het Hof dat een situatie waarin een overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat opgerichte vennootschap zich wenst om te zetten in een vennootschap naar het recht van een andere lidstaat, dit met inachtneming van de gestelde oprichtingsvoorwaarden van de tweede lidstaat, onder de vrijheid van vestiging valt. Ook al ontplooit die vennootschap haar voornaamste, zo niet al haar economische activiteiten in de eerste lidstaat. Het Hof is verder van oordeel dat de Poolse regeling, door de liquidatie van de vennootschap te vereisen, de grensoverschrijdende omzetting van een vennootschap kan belemmeren of zelfs beletten. Een dergelijke beperking van de vrijheid van vestiging is beginsel slechts toelaatbaar wanneer zij gerechtvaardigd is door dwingende redenen van algemeen belang. Het Hof besluit echter dat in casu de algemene verplichting tot liquidatie verder gaat dan nodig is om de doelstelling van bescherming van het algemeen belang te verwezenlijken. Het arrest kan worden geraadpleegd via deze link. ...

Lire l’article