Actualiteit

Bank en financieel recht

De Koning preciseert de taken van het auditcomité van beheervennootschappen

· Gerrit Hendrickx

Sinds de omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2006/43/EG[1] werden de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en de beheervennootschappen van openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging, door artikel 201, § 8, eerste lid van de wet van 3 augustus 2002[2] respectievelijk artikel 319, § 5, eerste lid van de wet van 19 april 2014[3], onderworpen aan de verplichting om een auditcomité op te richten binnen hun wettelijke bestuursorgaan. In het tweede lid van bovenvermelde bepalingen werd de Koning de bevoegdheid verleend om desbetreffend nadere regels en verplichting vast te stellen. In uitoefening van deze bevoegdheidsdelegatie, zijn de nadere regels en verplichtingen inzake het auditcomité op heden vastgesteld in het koninklijk besluit van 12 november 2012[4] respectievelijk het koninklijk besluit van 25 februari 2017[5]. ...

Lees de bijdrage

Verzekeringen

Le délai de prescription prévu en matière de contrat de voyage ne s’applique pas à l’action directe du client d’une agence de voyage contre l’assureur de celle-ci

· Béatrice Toussaint

A nouveau saisie des divergences entre des délais de prescription, la Cour de cassation précise par son arrêt du 28 mai 2018  (F-20180528-1 – C.17.0586.F) la notion de « dispositions légales particulières » permettant de déroger au délai de prescription de 5 ans  applicable à l’action directe de la personne lésée contre l’assureur (article 88 § 2 de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances). ...

Lees de bijdrage

Internationaal privaatrecht

La High Court anglaise se prononce sur le sort des anti-suit injunctions sous le reglement Bruxelles I bis

· Guillaume Croisant

Par une décision rendue le 6 juin 2018 dans l'affaire Nori Holdings c/ Bank Otkritie ([2018] EWHC 1343 (Comm)), la High Court anglaise a jugé que la refonte du règlement de Bruxelles n'avait pas pour conséquence de lui permettre de prononcer des anti-suit injunctions dans le cadre de l'espace judiciaire européen. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Financieel onvermogen kan geen overmacht uitmaken

· Olivier Vanden Berghe

In een arrest van 18 juni 2018 bevestigt het Hof van Cassatie dat financieel onvermogen geen overmacht kan uitmaken, ook al is het onvermogen te wijten aan  externe omstandigheden die voor de schuldenaar overmacht uitmaken. Met andere woorden uit het onvermogen om een geldschuld te voldoen kan de schuldenaar logischerwijze niet afleiden dat hij bevrijd is van deze betalingsverbintenis. Ook de Memorie van Toelichting van het voorontwerp van nieuw Burgerlijk Wetboek vermeldt dat overmacht niet aan de orde is wanneer de verbintenis de betaling van een geldschuld tot voorwerp heeft, al wordt dit niet uitdrukkelijk opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Het Hof van Cassatie vernietigt een arrest van het hof van beroep te Antwerpen dat een onderneming van een kredietschuld had bevrijd. Het hof van beroep had geoordeeld dat bij soortzaken - en in het bijzonder geldschulden - een beroep op overmacht niet kan worden uitgesloten en de schuldenaar bevrijd was van zijn verbintenis tegenover de kredietverlenende bank omdat de definitieve onmogelijkheid tot betaling het gevolg was van een brand, en hij alle inspanningen ten spijt er niet in geslaagd was om de bank te betalen. ...

Lees de bijdrage

Insolventie

Cass. 21 juni 2018: pand op schuldvorderingen vs. beslag onder derden

· Inge Vandeplas

In dit arrest beslecht het Hof een conflict tussen een pandhouder enerzijds en een beslaglegger anderzijds die beiden aanspraak maken op betaling van dezelfde verpande/beslagen schuldvordering. Twee vragen dienden zich aan in dit arrest: 1) Aan wie mag de verpande/beslagen derde schuldenaar betalen? 2) In welke mate is de betaling van de verpande/beslagen schuldenaar aan de belastingadministratie tegenwerpelijk aan de pandhouder? ...

Lees de bijdrage

Insolventie

Cass. 21 juni 2018: vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag tijdens gerechtelijke reorganisatie

· Inge Vandeplas

Op grond van artikel 164 KB/WIB kan de belastingadministratie een vereenvoudigd derdenbeslag leggen ten laste van de belastingplichtige. De belastingplichtige kan binnen 15 dagen verzet aantekenen tegen het vereenvoudigd derdenbeslag. Indien dergelijk verzet wordt ingesteld, dan behoudt het beslag haar bewarende werking op voorwaarde dat de ontvanger binnen een maand een uitvoerend beslag heeft gelegd overeenkomstig de artikelen 1539 e.v. Gerechtelijk Wetboek (art. 165 KB/WIB). ...

Lees de bijdrage

Mededinginsrecht en gereguleerde sectoren

Festivalorganisatoren / Sabam, NL Rechtbank van Koophandel Brussel 12 april 2018

· Julie Probst

De verhoogde tarieven van Sabam zijn excessief volgens de stakingsrechter te Brussel. ...

Lees de bijdrage

Mededinginsrecht en gereguleerde sectoren

Les arrêts České dráhy / Commission du 20 juin 2018

· Julie Probst

Le Tribunal de l’Union européenne rappelle que les décisions d’inspection de la Commission européenne doivent être limitées au champ d’infractions pouvant être suspectées sur la base d’indices sérieux et annule partiellement une première décision d’inspection de la Commission, tout en confirmant une deuxième décision d’inspection. ...

Lees de bijdrage

Mededinginsrecht en gereguleerde sectoren

Arrêt MEO de la Cour de Justice du 19 avril 2018

· Julie Probst

La Cour de Justice a clarifié les conditions dans lesquelles l’application de prix discriminatoires par une entreprise dominante à ses partenaires commerciaux peut être considérée comme constitutive d’abus de position dominante. ...

Lees de bijdrage

Economisch strafrecht

La transaction pénale élargie peut être à nouveau proposée après la mise en mouvement de l’action publique

· Thierry GHILAIN

Bien qu’attendu, l’arrêt rendu par la Cour constitutionnelle le 2 juin 2016 avait sonné comme un coup de tonnerre. La Cour avait estimé que le système transactionnel violait les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le droit à un procès équitable et avec le principe de l’indépendance du juge, en ce qu’il habilitait le ministère public à mettre fin aux poursuites par voie d’une transaction pénale après l’engagement de l’action publique sans qu’existe un contrôle juridictionnel effectif.   Le système mis en place par la loi du 2 mai 2018 conserve la possibilité pour le procureur du Roi de mettre un terme à une enquête en cours quand les faits ne sont pas de nature à être punis d’une peine supérieure à 2 ans de prison et quand il n’y a pas d’atteinte grave à l’intégrité physique. Le procureur fixe les modalités et les délais après avoir informé le prévenu et la victime et leur avoir donné accès au dossier s’il ne l’ont pas encore eu. La prescription de l’action publique est suspendue à partir de cette proposition et jusqu’à la décision du procureur du Roi de ne pas appliquer l’article 216bis ou au constat de l’absence de mise en œuvre de la transaction ou de la mise en œuvre partielle de celle-ci. ...

Lees de bijdrage