Actualiteit

Economisch strafrecht

Le droit de conclure en procédure pénale est la règle, tout refus doit être motivé

· Thierry GHILAIN

La cour d’appel d’Anvers a refusé à un prévenu le droit de conclure au sujet de la recevabilité de son appel alors qu’il l’avait expressément demandé lors de l’audience d’introduction. Le Procureur général soutenait que l’appel était irrecevable au motif que le formulaire d’appel était imprécis. Le prévenu s’est pourvu en cassation pour une violation de l’article 152§1 du Code d’instruction criminelle. La Cour de cassation dans un arrêt rendu le 7 novembre 2017 (P.17.0127.N) constate ...

Lees de bijdrage

Economisch strafrecht

Le voyage à forfait réglementé et sanctionné

· Thierry GHILAIN

Le Moniteur du 1er décembre 2017 publie la loi du 21 novembre 2017 relative à la vente de voyages à forfait, de prestations de voyage liées et de services de voyage destinée à régir les relations entre les professionnels du voyage et les consommateurs. La volonté du législateur de garantir de saines pratiques dans le secteur ressort très clairement notamment des dispositions destinées à sanctionner les violations de cette loi.   La loi prévoit en effet en ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De rechtbank van koophandel wordt de ondernemingsrechtbank - Voorontwerp van wet van 1 december 2017

· Olivier Vanden Berghe

De Ministerraad heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd tot hervorming van het ondernemingsrecht. Wat nog overblijft van het Wetboek van koophandel zal worden opgenomen in het Wetboek van economisch recht en de achterhaalde begrippen “handelaar en daden van koophandel” zullen vervangen worden door een algemeen ondernemingsbegrip. Het is de hoedanigheid als "onderneming" die bepalend zal zijn voor de inschrijvingsplicht in het KBO, de boekhoudplicht en het insolventierecht. Dit nieuw ondernemingsbegrip zal eveneens de aanknopingsfactor zijn voor de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel, die de "ondernemingsrechtbank" zal worden. Het voorontwerp zal ter ondertekening aan de Koning worden voorgelegd voor neerlegging bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Voorontwerp van wet tegen de tariefpariteit opgelegd door online platformen aan de uitbaters van toeristische logies

· Olivier Vanden Berghe

De Ministerraad van 23 november heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd betreffende de tariefvrijheid van exploitanten van toeristische logies in de contracten afgesloten met platformoperatoren voor online reservatie. Deze online reservatieplatformen, zoals Booking.com, Hotels.com, ..., verbieden vaak aan de hotelexploitanten om rechtstreeks voordeliger tarieven aan te bieden. Het wetsontwerp strekt ertoe tariefvrijheid te garanderen aan de exploitanten van toeristische logies in de contracten afgesloten met de platformoperatoren voor online reservatie. Het voorontwerp van wet is voor advies overgemaakt aan de Raad van State. In april was reeds was in de kamer een wetsvoorstel ingediend om de striktepariteitsclausules te verbieden tussen onlinereserveringsplatformen en bedrijven die toeristisch logies aanbieden. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

De vergoeding van de gederfde winst na de onrechtmatige beëindiging van een overeenkomst - Cass. 10 november 2017

· Olivier Vanden Berghe

In een arrest van 10 november 2017 (C.15.0318.F), onderzoekt het Hof van Cassatie het oorzakelijk verband tussen een foutieve opzegging van een overeenkomst en de door de medecontractant gederfde winst waarvoor vergoeding wordt gevraagd. Krachtens art. 1149 du Code civil is de foutieve partij gehouden de medecontractant te vergoeden voor het verlies dat hij heeft geleden en de winst die hij heeft moeten derven. Het Hof van Cassatie preciseert dat het volstaat dat de schuldeiser bewijst dat, zonder deze fout, de schade zich niet had voorgedaan zoals ze zich heeft voorgedaan, en past zodus de equivalentieleer toe (of het criterium van de conditio sine qua non), zoals bij buitencontractuele aansprakelijkheid. In het aangevochten arrest van 19 mei 2014 had het Brusselse hof van beroep de vordering afgewezen van het slachtoffer van een onrechtmatige contractverbreking. De rechters hadden geoordeeld dat hij niet aantoonde dat hij zonder deze plotse verbreking effectief binnen de voorziene termijn een conforme terminal zou hebben voltooid, of serieuze kansen zou hebben gehad om dit resultaat te bereiken, zodat hij niet gerechtigd was een vergoeding te vragen voor winstderving of voor verlies van een kans op de contractueel bedongen winst bij perfecte en volledige uitvoering van de haventerminal. Het Hof van Cassatie verbreekt het arrest, vermits het bewijs van de causaliteit niet vereist dat de eiser aantoont dat hijzelf, zonder de foutieve beëindiging van de overeenkomst, zijn overeenkomsten correct zou hebben uitgevoerd tot het einde ervan. Inzake buitencontractuele aansprakelijkheid was al vaak geoordeeld dat een rechter moet reconstrueren wat er gebeurd zou zijn zonder de fout, maar zonder de omstandigheden te wijzigen waarin de schade zich heeft voorgedaan of andere mogelijke omstandigheden in te denken. Hij moet dus bepalen wat er zou gebeurd zijn zonder de fout, mits alle andere omstandigheden ongewijzigd blijven. Deze oefening, die relatief simpel is als de schade zich ogenblikkelijk voordoet, is minder eenvoudig als de aangehaalde schade zich in de toekomst situeert. ...

Lees de bijdrage

Insolventie

Cass. 12 oktober 2017, AR C.17.0071.N

· Inge Vandeplas

Op 13 maart 2013 werd een eerste maal een gerechtelijke reorganisatie geopend in hoofde van NV Ove Investments (hierna, eiseres). Tijdens de gerechtelijke reorganisatie werd een collectief akkoord gehomologeerd (d.d. 12 juni 2013), dat vervolgens werd ingetrokken op grond van artikel 58 WCO (nieuw art. XX.83 WER). De intrekking van het reorganisatieplan heeft tot gevolg dat de schuldenaar en schuldeisers zich in dezelfde toestand bevinden alsof er geen gehomologeerd reorganisatieplan zou zijn geweest, behalve wat betreft reeds uitgevoerde betalingen of de overdracht van een geheel of een gedeelte van de onderneming. Op 4 mei 2016 diende eiseres nogmaals een verzoekschrift in tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie. De procedure van gerechtelijke reorganisatie werd geopend op 25 mei 2016. Tegen de opening van deze procedure werd derdenverzet aangetekend door de fiscus (hierna, verweerder), dat ontvankelijk, doch ongegrond werd verklaard bij vonnis van 20 juli 2016. De fiscus stelde vervolgens hoger beroep in tegen het vonnis van 20 juli 2016, waarbij de opening van de (tweede) procedure van gerechtelijke reorganisatie in hoofde van eiseres werd bevestigd. ...

Lees de bijdrage

Insolventie

HvJ 22 juni 2017, nr. C‑126/16, ECLI:EU:C:2017:489

· Inge Vandeplas

In 2013 kwam Estro Groep in financiële problemen. Na een tevergeefse zoektocht naar nieuwe financiering, besloot Estro over te stappen naar het pre-pack faillissement, waarbij onder begeleiding van een beoogd curator een  verkoop van activiteiten van de Estro Groep aan Smallsteps  werd overeengekomen. In dit arrest heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over de toepassing van de Europese richtlijn 2001/23/EG op het pre-pack faillissement in Nederland. ...

Lees de bijdrage

Algemeen handelsrecht

Engelstalige Brussels International Business Court voor de beslechting van grensoverschrijdende handelsgeschillen

· Olivier Vanden Berghe

Op de Ministeraad van 27 oktober 2017 werd op voorstel van minister van Justitie Koen Geens een voorontwerp van wet goedgekeurd houdende oprichting van het Brussels International Business Court, een gespecialiseerde overheidsrechtbank die grensoverschrijdende handelsgeschillen kan beslechten in het Engels en in eerste en laastste aanleg. ...

Lees de bijdrage

Mededinginsrecht en gereguleerde sectoren

Systèmes de réparation sélective : l’arrêt CEAHR du Tribunal de l’UE

· Julie Probst

Le Tribunal a rejeté le recours en annulation de la décision de la Commission rejetant la plainte de la Confédération européenne des associations d’horlogers-réparateurs (CEAHR) relative aux systèmes de réparation sélective instaurés par plusieurs fabricants de montres suisses. En vertu de ces systèmes, seuls les réparateurs agrées ont accès aux pièces de rechange, ainsi qu’aux outils et aux informations spécifiques à la marque. ...

Lees de bijdrage

Verzekeringen

Le paiement de la prime fait à l'intermédiaire d'assurances est libératoire si un contrat assurance existe entre le preneur d'assurance et l'assureur - Cass. 9 mars 2017

· Béatrice Toussaint

Les faits du litige soumis à la Cour de cassation ressortent du pourvoi: le preneur d'assurance remplit un bulletin de souscription à l'entête de l'assureur pour un produit d'investissement. Il remet un chèque du montant de la prime au courtier et est débité de cette somme. Une « offre réalisée pour (le preneur d'assurance) » à l'entête de l'assureur, mentionnant le courtier comme « conseiller » et reprenant les caractéristiques du produit, indique la date de prise d'effet du contrat et de son terme ainsi que le montant de la prime. Il s'avérera que ce document a été établi par le courtier. Ni le bulletin de souscription ni le chèque ne sont transmis à l'assureur qui expliquera, interrogé par le preneur d'assurance sur le montant de la réserve constituée, qu'aucun contrat n'a été conclu à son nom. ...

Lees de bijdrage